Speurtocht in het Prinsenbeekse maisdoolhof: Vind de Verstopte Letters!

27 juli 2024     Piet en Corrie Mathijssen

Maisdoolhof PrinsenbeekDit jaar wordt het maisdoolhof van Hof van Overveld in Prinsenbeek wat later geopend dan normaal. Maar dit weekend is het eindelijk zover: het doolhof gaat open!

Bijzondere treinen van Rinus Eestermans in museum de Rijf

27 juli 2024     Ad van Melis

Spoortreinen van Rinus Eestermans bij Museum de RijfZondag, 4 augustus vanaf 13.30 uur opent Museum De Rijf in het kader van de expositie “Van Boemeltrein naar HSL” voor de tweede keer het spoor en om 16.30 uur sluit de perronchef weer.

Living Statues Festival Breda keert terug!

27 juli 2024     Ingezonden bericht

Living Statues Festival Breda 2024 Op zondag 15 september 2024, tijdens Open Monumentendagen Breda, nemen ruim 50 ‘living statues’ van over de hele wereld de straten van de Bredase binnenstad over. Ieder living statue maakt op eigenzinnige en artistieke wijze interactie met bezoekers van het centrum. Het festival is gratis en voor iedereen toegankelijk.

 

Open voor jou (8) – Elsa Hoppenreijs (deel 1)

29 mei 2024     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

GE8 Elsa Hoppenreijs 1

 

 

Onder de noemer ‘Open voor jou’ hielden leerlingen van Graaf Engelbrecht bij het domein identiteit als onderdeel van het vak burgerschap interviews met grootouders. Deze keer de oma van Elsa uit Atheneum 6.

 

Op de afbeelding zijn Joke en Theo te zien. Kenmerkend aan mijn opa en oma is het feit dat ze nog steeds heel veel samen lopen. “Het Afferdense echtpaar Theo (79) en Joke (82) Hoppenreijs hadden de eer om de eerste exemplaren in ontvangst te nemen en deze aan hun medelopers te showen. Het stel loopt de Nijmeegse 4-daagse dit jaar voor de 18e keer. “We praten elkaar naar de finish”, lacht Joke.” (Maasduin Centraal, 2023). Ze stonden samen in de krant, omdat zij de eerste waren die deze T-shirts van de gemeente mochten aantrekken. Ik ben enorm trots op hen dat ze nog steeds elk jaar de 4-daagse lopen.

 

Mijn oma woonde in een groot gezin, wat in die tijd niet zo gek was. “Ik had een vader, een moeder, twee zussen, vier broers en een zusje jong overleden, die was acht dagen oud geworden.” Het gezin bestond dus uit acht mensen, hierbij was mijn oma een van de oudste. Het gezin hield ook huisdieren. “Haha, we hadden een varken, maar niet als huisdier, maar om vet te mesten en dan te slachten en op te eten. Dat had iedereen!”. Oma had wel een poes als huisdier en zijn naam was erg origineel, namelijk Poes. “Ja en die heb ik van mijn opa gekregen, toen ik een jaar of zeven/acht was”. Poes is heel oud geworden en als oma huiswerk zat te maken kwam hij altijd op haar schoot liggen.

 

De relaties tussen de ouders, broers en zussen was erg goed. Oma had niet perse met iemand uit het gezin een betere band dan met een ander. “Wij konden allemaal heel goed met elkaar en met ons pap en mam overweg. Ons pap leerde ons van alles. Schaatsen geleerd, sleetjes en vliegers maken. Hij heeft ons allemaal zwemmen geleerd en leren fietsen. Hij ging zelf altijd gezellig mee.”

 

En je moeder?

“Mijn moeder kon heel goed naaien, maakte alle kleding voor ons. Ze kon ook heel goed breien en haken. Daarnaast was ze ook erg goed in het huishouden. Sporten kon ze niet.”

 

Werden jullie erg streng opgevoed?

“Nee wij werden niet streng opgevoed. Wij werden vrij opgevoed en pap zei altijd: gebruik je verstand.” Oma mocht heel veel van haar ouders, maar heeft er nooit echt misbruik van gemaakt. Ze leefde met acht mensen in een twee-onder-een-kap in de gemeente Bemmel, maar vrij buitenaf van het dorp. In de woonkamer las ze vooral veel en maakte ze ook haar huiswerk. Op de slaapkamers werd er alleen geslapen. Dat is wel anders dan nu in deze tijd, want jongeren doen eigenlijk alles op hun eigen kamer, denk aan gamen of huiswerk maken.

 

Oma leefde in een fijne en vooral kindvriendelijke wijk. Ze speelde daar veel met de kinderen toen ze klein was. Daarnaast was haar favoriete bezigheid lezen. Ook deed ze veel aan handwerk. “Gebreid, gehaakt en geborduurd. Het was altijd heel gezellig.” Oma had niet veel vrije tijd, want het gezin had altijd wel iets te doen. “We hielpen met het huishouden, maar niet met eten koken. We hielpen vooral met poetsen, ramen zemen, schrobben en harken. In de zomer hielpen we met het plukken van aardbeien, rode bessen, zwarte bessen en appels. We vonden dat altijd wel leuk.” Toch had oma wel tijd om gym te beoefenen. “Als er ijs was gingen we schaatsen en als het zomer was gingen we zwemmen, want we hadden een seizoenskaart. Elke woensdagavond gingen we dan een soort sport beoefenen.” Oma heeft later ook bij de reddingsbrigade in Nijmegen gezeten.

 

Het gezin was gelovig en ging daarom elke dag naar de kerk, behalve op zaterdag. “Niet streng gelovig, maar we waren wel Rooms Katholiek.” Het gezin mochten ze gewoon sporten op zondag, want ze waren Rooms Katholiek. “Ja dat mocht gerust, we gingen gewoon voetballen op zondagen hoor.” Een traditie waaraan het hele gezin meedeed was de processie. “Dan kwamen alle mensen bij elkaar en werd het sacrament rondgedragen door het dorp. Er werd gezongen en gebeden. Er liepen bruidjes, grote bruiden, een zangkoor, fanfare en leden van het schuttersgilde mee. Wij waren allemaal iets, mijn vader zat bij de harmonie en onze broers zaten bij de welpen. Mijn zusjes en ik waren bruiden, met lange jurken aan en als je klein was had je een mandje met bloemblaadjes. Die mocht je rondstrooien. Als je een grote bruid was mocht je een palmtak vasthouden en zo liepen wij allemaal mee, in onze eigen rol. Het was een kerkelijk gebeuren.”

 

De familie heeft ook verschillende tradities, die ze zelfs nu nog volgen. “Ik at namelijk met mijn broers en zussen op oudejaarsavond wortelstamppot. Het is het galgenmaal, dat kregen de gevangen vroeger die ter dood veroordeeld waren als laatste te eten. Daarom kregen wij dat op 31 december, want 1 januari was het weer een nieuw jaar.” Naast wortelstamppot op oudejaarsdag is er ook een traditie om oliebollen te bakken, deze traditie voert oma nog elk jaar uit. Ze zegt: “Mijn vader bakte altijd oliebollen op 31 december.” Een andere, onbekende traditie was ‘dauwtrappen’. Ze gingen dan met het gezin fietsen door de dauw. De traditie van het dauwtrappen vond plaats op Hemelvaartsdag en wel enorm vroeg in de ochtend. “Met Kerstmis was het traditie dat alle broers en zussen weer thuis kwamen en dat het gezin samen naar de nachtmis ging.” Toevallig weet ik dat mijn oma deze traditie nog steeds in ere houdt, hoewel zij nog maar de enige is van haar gezin. “Als er kermis was, dan at iedereen van het gezin thuis. Er werden dan twee grote tafels tegen elkaar geschoven. Het hele gezin zat dan gezellig bij elkaar.” Daarnaast is het ook een traditie om je verjaardag op de dag zelf te vieren, “omdat je dan weer een jaar gehad hebt, gewoon altijd vieren!”.

 

Het leven tijdens de oorlog

“Ik was pas vier, maar ik herinner me wel allemaal heftige beelden en geluiden. Die indrukken staan in je geheugen gegrift.” Oma heeft de oorlog zeker meegemaakt. Ze herinnert zich vooral de nare gebeurtenissen. Ze wordt nog steeds achtervolgd door de nare beelden en geluiden van de Tweede Wereldoorlog, want juist die blijven in je hoofd zitten.

 

Oma verteld wel over Bevrijdingsdag en hoe dat voor haar voelde. “Ik was een klein meisje met blonde haren en een grote strik op mijn hoofd. Er kwamen grote tanks door de straten rijden langs het adres waar wij ondergedoken zaten. Er zaten soldaten op die tanks die mij optilden en boven op de tank zetten. Ik kreeg chocolade van de soldaten om het einde van de oorlog te vieren, maar ik als klein meisje was als de dood.” Mijn oma vond het eng toen de soldaten haar oppakten om mee te feesten, zij zelf had eigenlijk nog niet echt door dat het feest was en schrok enorm.

 

Oma en haar gezin zaten ondergedoken voor de Duitsers. De vader van mijn oma had een dienstverplichting, maar hij wilde niet gaan. Hij wilde bij zijn familie blijven. Daar waar mijn oma eerst woonde, in Doornenburg, moesten ze weg. “We zijn uit onze woonplaats verdreven en via het Rode Kruis werden wij in Etten in de achterhoek geplaatst.” “Waar we met het gezin ondergedoken zaten hebben we het heel goed gehad. We zaten in een boerderij. We trokken bij een familie in.” Oma was daar met haar vader en moeder en nog een andere zus. “Twee kleine meisjes en een vader en een moeder.” De andere broers en zussen van oma waren toen nog niet geboren. Mijn oma was jong, maar ze had wel door dat er oorlog was. Er werd in de oorlog heel veel geschoten en dat hoorde mijn oma dan ook. Er waren zelfs kogelgaten in de boerderij te vinden die door de Duitsers erin geschoten waren.

 

 

Dit artikel wordt morgen vervolgd.

 

Terug Schrijf reactie

 


 

 


 

Kiek in de wijk

 

 



 Adverteren?

Klik voor e-mail of bel 06 46 99 66 32

 


 

 

 

 


 

 

 

 

Freepik

 

^ Naar boven