Een eeuw geleden was de Haagse Beemden een open gebied dat uitgestrekte landerijen herbergde. De boerderij aan de Kluisstraat bestond uit een hoofdgebouw, twee schuren, een potstal en een koeienstal. Een rij knotwilgen omgeeft het weiland, nog steeds.

In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland aangevallen door vliegtuigen van de geallieerden: Canada, Amerika en Engeland. Oorlogsvliegtuigen vlogen over Nederland richting Duitsland. De Duitse Luftwaffe probeerde deze aanvallen af te weren. De aanvallen van de geallieerden vonden meestal ’s nachts plaats. De Duitse verdediging met gevechtsvliegen noemde men de ‘nachtjagd’. Er zijn tijdens die nachtgevechten in Nederland zeker zesduizend vliegtuigen neergestort waarvan een zesde deel in Noord Brabant.

Op 10 mei 1940 werd in de vroege morgen, veertien minuten over vier, de familie van Beek uit hun nachtrust opgeschrikt door harde geluiden. Achter hun boerderij maakte een Junkers 88A uit Duitsland in het weiland een harde noodlanding. Het vliegtuig vloog na de crash in brand. Drie bemanningsleden van eenentwintig jaar oud kwamen hierbij om het leven.

Het vierde bemanningslid overleefde het ongeluk. De overledenen werden uit het wrak gehaald en in de koeienstal neergelegd. Met paard en wagen werden zij in de dagen daarna naar het centrum van Prinsenbeek gebracht, want daar woonden de dokter en de pastoor. De kinderen mochten niet in de schuur komen. Een van de drie overledenen heeft nog bijna twee weken in de schuur opgebaard gelegen totdat zijn lichaam vervoerd kon worden naar begraafplaats Zuilen. Daar werden de andere twee overledenen eveneens begraven. Uiteindelijk vonden alle drie op de Duitse begraafplaats Ysselstein in Venray hun laatste rustplaats. De heer Falcke raakte bij de crash gewond. Hij werd goed opgevangen en verzorgd. De verzorgers hebben nog lang contact gehad met hun dankbare patiënt. Het gebied achter de boerderij bestaat vandaag de dag nog steeds uit uitgestrekte weilanden. De enorme propellers van het windmolenpark herinneren aan het gecrashte propellervliegtuig.

Het wrak werd na het ongeluk een interessante attractie voor omwonenden. Het gerucht gaat dat de eigenaar van de boerderij een bescheiden entree hief van tien cent om het twee-motorige propellervliegtuig van dichtbij te kunnen bekijken. Dat is vergelijkbaar met ongeveer twee euro in 2024. Het vliegtuig heeft nog lange tijd in het weiland gelegen en de materialen werden overal voor gebruikt. Zo konden de parachutes aangewend worden voor het maken van kleding en de aanwezige rantsoenen waren gewild. De munitie werd volgens verhalen ergens in de grond verstopt waar het tegenwoordig nog steeds verborgen ligt. Waar precies weet niemand meer.

In het mobilisatiemuseum in Prinsenbeek komt de crash weer tot leven in een natuurgetrouw diorama. Aan het metershoge zwakverlichte plafond van het trappenhuis hangen bouwmodellen van gevechtsvliegtuigen die ooit boven onze wijk vlogen. Als je omhoog kijkt bekruipt je een even het huiveringwekkende gevoel hoe het moet zijn geweest als je met eigen ogen de nachtjagd gadesloeg.

Kunstenaar William van der Zanden maakte in 2002 een prachtige aquarel van de boerderij aan de Kluisstraat.

De crash aan het begin van de tweede wereldoorlog was niet de eerste in onze wijken. In totaal zijn er officieel 19 vliegtuigcrashes binnen de gemeentegrenzen opgetekend. Een opmerkelijke crash had plaats op het einde van de middag op drie september 1944. Een Britse Hawker Typhoon maakte een noodlanding in de polder van de Haagse Beemden. Volgens kenners nabij de lange Bunders. De Tsjecho-Slovaakse piloot Otto Smik overleefde het ongeval met de eenmotorige bommenwerper. Hij werd opgevangen in de boerderij aan de Rietdijk waar nu de Asterdhoeve is gevestigd. Toch bleef het noodlot hem niet bespaard. In Ittersum, ten zuiden van Zwolle, kwam hij een paar maanden later tijdens een volgend luchtgevecht om het leven. Tijdens de noodlanding werd hij uit de cockpit geslingerd. Over de 22-jarige piloot is een bijzonder boek geschreven.