Montmartre Leurse Havenfeesten 2024

17 mei 2024     Ingezonden door Annelies Franken-Machielsen

HavenfeestenAnnelies: “Dit jaar neem ik voor het negende jaar deel aan de Kunstmarkt Montmartre Havenfeesten Etten-Leur op vrijdagavond 17 mei (vanavond van 18.30 tot 22.00 uur). Weer een heerlijke gezellige sfeer met alle standhouders. Er zijn 65 kramen en er worden diverse optredens gegeven.”

44 basisscholen Noord-Brabant in de race voor ANWB Verkeersplein

17 mei 2024     Ingezonden bericht

ANWB verkeerspleinDit jaar organiseert de ANWB opnieuw de verkiezing ‘Een ANWB Verkeersplein voor een schoolplein’. Op een verkeersplein kunnen kinderen veilig oefenen met fietsen en meteen praktijkervaring opdoen. Iedereen kan een stem uitbrengen op één van de ruim 300 basisscholen in heel Nederland die in de race zijn voor een ANWB Verkeersplein.

 

Kom naar het lekker leven festival

17 mei 2024     Ingezonden door Thebe Extra

Lekker leven breaksquadZien wij jou ook op het Lekker Leven Festival? Deze gratis happening vindt plaats op zondag 26 mei (16-20u), Pels Rijckenpark 1 in Breda. Het staat in het teken van vitaliteit en wordt georganiseerd door Ledenvereniging Thebe Extra en Sportschool MyHealth.

Open voor jou (4) – Danique van Meurs (deel 2 – Opa)

02 mei 2024     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

Onder de noemer ‘Open voor jou’ hielden leerlingen van Graaf Engelbrecht bij het domein identiteit als onderdeel van het vak burgerschap interviews met grootouders. Deze keer de opa en oma van Danique uit havo 5. Gisteren kwam oma aan het woord. Vandaag volgt opa.

 

Wilhelmus Cornelius Koster (Opa Wim)

Heeft u een oorlog meegemaakt?

Ja, ik heb de Tweede Wereldoorlog als kind meegemaakt. Ik woonde aan het begin van de oorlog met mijn ouders en mijn twee oudere broers in een huis met een grote tuin aan de Bouwmeesterstraat in Arnhem. Deze straat lag aan de noordkant van de stad, ongeveer twee kilometer vanaf de Grote kerk in het centrum. Aan het begin van de oorlog zijn veel van de mensen om ons heen al geëvacueerd. Zij waren bang voor al het oorlogsgeweld, maar mijn eigenwijze vader vond dat we best konden blijven. Hij vond het onzin om te vertrekken en hij rekende erop dat het wel goed zou komen.

 

Gedurende de eerste jaren van de oorlog werkte mijn vader bij een grote Nederlandse fabriek, de AKU (het latere AKZO-Nobel), dat ging gewoon allemaal door. Later stopte dat en moest hij voor de Duitsers, samen met andere Nederlandse mannen op vliegveld Deelen de elektriciteit in orde maken. Dat was de verplichte ‘Arbeits Einsatz’.

In de oorlog ging ik niet naar school. In het begin was ik namelijk nog te jong en later waren alle scholen gesloten. Na de landing van de parachutisten aan de andere kant van de Rijn, zou het gevecht in alle hevigheid gaan beginnen. In de zomer van 1944 vertrok iedereen die er toen nog was alsnog zo snel mogelijk uit Arnhem. Mijn vader was ervan overtuigd dat de geallieerden snel zouden winnen en wij bleven dus als een van de weinigen achter. We woonden voor de zekerheid wel in de grote kelder onder ons huis. Van alle vertrekkende buren kregen we alle kippen, konijnen en andere kleine dieren cadeau, die we in onze achtertuin een plekje gaven. Wij hadden dus meer dan genoeg te eten en waren best tevreden.

 

opa

In het najaar van 1944 ben ik op een dag samen met mijn broer peren gaan ‘lenen’ in een van de tuinen bij ons in de buurt. Terwijl mijn broer in de boom zat, ontplofte er vlak naast ons een artilleriegranaat. Daarbij raakten wij beiden lichtgewond, we hadden granaatscherven op onze armen en benen. Duitse soldaten (de SD, de Duitse veiligheidsdienst in bezette gebieden onder leiding van de SS) hoorden ons geschreeuw en vonden ons daardoor. Ze hadden medelijden met deze twee kleine Nederlandse kinderen en besloten ons naar het gemeenteziekenhuis te brengen, dat in inmiddels in Duitse handen was. Ze hebben onze wonden daar verzorgd en ons vervolgens veilig naar huis gebracht.

 

Mijn vader, die goed Duits sprak, omdat hij vroeger, voor de oorlog, in Duitsland had gewerkt, werd stevig aan de tand gevoeld. Gelukkig lieten de Duitse soldaten hem en ons gaan.

Dit wel onder de voorwaarde dat mijn vader beloofde direct met het hele gezin Arnhem te verlaten en te evacueren naar het noorden. Dus ja, daar gingen we. We hadden alleen een bakfiets en gingen te voet op pad, zonder duidelijke bestemming. We hebben eerst twee nachten in het Openluchtmuseum geslapen en zijn daarna verder getrokken via de Schelmseweg.

 

Wij zijn door ‘de ondergrondse / het verzet’ geholpen om in de nacht een heel eind verderop met een bootje over te steken. Ik weet nu nog hoe bang ik was. Na veel onzekerheid trokken we weg via Ede. Dat was een veiligere route, maar tegelijkertijd doodeng. Ik herinner me dat we onderweg in de bossen bij de Ginkelse Heide liepen. We mochten van mijn vader alleen naar rechts kijken en niet naar links! We deden dit stiekem toch. Er lagen aan weerszijden van de weg overal oorlogsslachtoffers en zelfs in de bomen waren de gruwelijkheden zichtbaar. Ik zie de parachutisten die de landing niet overleefd hebben, nog in de bomen hangen.

 

In Stroe hebben we geslapen in de kippenhokken en hoorden we via ‘het verzet’ dat Nederlandse mannen in Putten door Duitse soldaten werden meegenomen. Bij de wandeltocht naar Zwolle, moesten wij de brug over de IJssel over. Mijn vader en oudste broer, die eigenlijk gedeporteerd zouden moeten worden naar Duistland om daar te werken, hebben daarom een andere route genomen uit angst opgepakt te worden. Na een aantal dagen hebben we elkaar weer teruggevonden, bij een school in Zwolle, waar wij overnachtten.

 

Onderweg hebben we verder in Heerenveen in de Douwe Egbertsfabrieken geslapen en ik herinner me de warme havermoutpap die er voor alle vluchtelingen was. Van daaruit zijn we gezamenlijk lopend verder gegaan naar Friesland en eindigden in de omgeving van Dokkum (het dorpje Molenend). Door een comité werden we daar verdeeld: mijn oudste broer, Arie, en ik werden daar liefdevol opgevangen door een Friese familie (familie Visser), mijn vader en moeder bij een andere familie en mijn andere broer, Jan, bij de bakker. Hier hebben we tot het einde van de oorlog gewoond. Van tijd tot tijd konden we elkaar opzoeken.

 

De tijd die we daar doorbrachten was alleszins redelijk, ik herinner me dat het wel heel eenzaam was zonder m’n ouders dichtbij. Mijn vader kon als elektricien gelukkig de mensen helpen om licht in huis te krijgen. Hij maakte aftappingen van de elektriciteitspalen. Doordat hij zich nuttig maakte, waren we wat meer geliefd in de omgeving en kregen af en toe eens wat extra’s. Ook na de oorlog hebben we nog vele jaren met de familie Visser contact gehad en gingen we wel eens op bezoek.

 

Begreep u wat er toen aan de hand was?

Wel een beetje, ik wist van mijn ouders en mijn broers dat de Duitsers Nederland wilden innemen. En wij hoorden de verhalen over de Grebbeberg waar de Nederlandse soldaten werden doodgeschoten. We hadden dus wel zorgen.

 

Wat voor invloed heeft de oorlog op uw jeugd gehad?

Gelukkig hebben we allemaal gezond de oorlog overleefd. Na de oorlog zijn we terug gegaan naar Arnhem. Onze wijk en ons huis waren nog intact, maar ons huis was wel compleet leeggeplunderd. Arnhem zelf was voor een groot deel verwoest, het heeft lang geduurd voordat het normale leven weer een beetje doorging. Bij de ‘GAK’ konden we wel spullen, zoals kleding en wat meubilair halen. Vlak na de oorlog, in oktober 1945, werd mijn zusje geboren. En in 1948 mijn jongste broer. Ondanks dat we thuis niet rijk waren en het op z’n zachtst gezegd nogal behelpen was, was mijn jeugd wel redelijk gelukkig.

 

Weet u nog wat u deed op de dag van bevrijding en hoe heeft u dit meegemaakt?

Dat weet ik nog heel goed ! Iedereen zei: ”We zijn bevrijd!" De bevrijders reden door de straten en iedereen kwam naar buiten om ze toe te juichen. Mijn broer speelde op zijn accordeon en we dansten en feestten in Friesland. We werden heel snel daarna door de bevrijders in lege vrachtwagens geladen en terug naar Arnhem gebracht. De vrachtwagens zetten ons in de buurt van ons huis af. Daar werden we ingeschreven en konden we bij de gaarkeukens wat eten en spullen halen om van te leven. Niet iedereen in de straat kwam terug, we wisten niet wat daarmee gebeurd is/was.

 

Wat voor een onderwijs heeft u gehad?

Ik heb eerst op de basisschool gezeten, dat was na de oorlog natuurlijk behelpen en niet zoals het er nu aan toe gaat. De school was er nog wel, we gingen daar lopend naartoe. Vervolgens ben ik naar de ambachtsschool in Arnhem gegaan. Dat was een school die technische opleidingen verzorgde voor jongens. Hier heb ik alles geleerd om elektricien te worden. Meisjes gingen naar de huishoudschool.

 

Met een studiebeurs van een grote scheepvaartrederij ben ik vervolgens naar de Zeevaartschool in Rotterdam gegaan. Daar heb ik alles over de techniek aan boord van een schip geleerd. Als leerling machinist mocht ik daarna mee aan boord van de grote schepen, zij voeren van Casablanca naar Nantes. Ik kon daarmee uiteindelijk het vak van eerste machinist op een schip gaan uitoefenen.

 

 

Wat voor een beroep heeft u uitgeoefend?

Na het behalen van mijn diploma op de Zeevaartschool ben ik de ‘grote vaart’ op gegaan. Zo noemde men dat destijds als je op een schip ging varen en de hele wereld overging. Ik heb gevaren van Rotterdam tot de Amazone-rivier in Zuid-Amerika, van de havens in Rusland tot Porto in Portugal. Het was een geweldige manier om de hele wereld te zien. Nadat ik verliefd werd op je oma, en met haar getrouwd ben, hebben we dit nog een korte periode samen gedaan. Oma werkte als kok op ons schip.

 

Aangezien oma vaak zeeziek werd, en onze zoon (jouw ome Wim) werd geboren, zijn we daar toch maar mee gestopt. Ik ben toen voor een grote oliemaatschappij gaan werken en we zijn samen naar Nigeria vertrokken. Daar hebben we zeven jaar gewoond met je moeder en ome Wim. Door de grote burgeroorlog die uitbrak in Nigeria zijn we halsoverkop terug naar Nederland vertrokken. In Nederland heb ik tot aan mijn pensioen verschillende banen gehad, eigenlijk altijd in de techniek en als hoofd van technische (machine)afdelingen.

 

Welke landen zou u graag nog eens willen bezoeken?

Ik ben overal op de wereld geweest en heb ervan genoten. Maar de Kilimanjaro en Ngorongoro krater in Tanzania zou ik graag nog eens bezoeken als dat zou kunnen. Helaas zal dat er wel nooit meer van komen.

 

Wat vond u de mooiste/ meest speciale plek?

Ons huis in Kaduna, in Nigeria. We hebben daar met ons gezin echt genoten, een hele bijzondere periode.

 

Welke droom / ambitie heeft u nog op het verlanglijstje staan?

Ik ben nuchter, ik droom nooit. Maar wil vooral nog heel lang met oma getrouwd blijven en gezellig met jullie veel kletsen en leuke dingen blijven doen.

 

 

Terug Schrijf reactie

Kunstroute Haagse Beemden

 


 

 


 

Kiek in de wijk

 

 



 Adverteren?

Klik voor e-mail of bel 06 46 99 66 32

 


 

 

Aspergeboerderij Schalk - Prinsenbeek 23-03-24 tm 23-06-24

Boerderijwinkel van de Kieboom - Ponyfeestje 08 mrt -

Flyer ponyfeestje

 

Freepik

 


 


 

 

 

 

^ Naar boven