Identiteit (1) Iwan Kuijpers

03 mei 2023     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

 

Burgerschap is een verplicht onderdeel van Graaf Engelbrecht in het lesprogramma. Onder de noemer ‘Sterke Karakters’ is gekozen voor een drietal domeinen: Identiteit, Rechten en Plichten en Geletterdheid. Bij het domein ‘identiteit’ hebben leerlingen uit havo 5 en atheneum zes interviews gehouden met onder andere grootouders. De diepgang en de besproken onderwerpen zijn ontroerend, grappig, herkenbaar, liefdevol en hebben de band tussen verschillende generaties versterkt. Deze week: onderdelen uit een interview van de oma van Iwan Kuijpers uit havo 5.

 

Bent u digitaal handig?

Ik gebruik geen moderne technologieën zoals apps, maar ik bel en mail wel. Vroeger bankierde ik zelf, maar dat doe ik niet meer; nu regelt je vader dat voor mij. Ik behandel de berichten gewoon zelf. Ik speel mijn boerderijspel regelmatig en heb level 300 bereikt, maar het kleine land Nederland wint geen enkel spel, omdat we voortdurend strijden tegen machtige landen als China en Rusland. We zitten nog maar in ons derde jaar. Mijn boerderijspel was zeker leuker toen ik hier woonde, omdat ik nog steeds de zakken en kippen kan regelen.

 

Heeft u vroeger gestudeerd?

Nou, toen we jong waren werd mijn broer voorgetrokken, want hij mocht naar de HBS en ik moest toen naar de huishoudschool. Dat maakte me woedend en gaf me een oneerlijk en discriminerend gevoel. Volgens mijn zus sloeg ik net zo hard op tafel als mijn vader, zo boos was ik toen, maar ik kan me dat niet herinneren. Als gevolg daarvan ging ik bij mijn oma wonen toen ik twaalf en dertien jaar oud was, en mocht ik alsnog naar de lagere school.

Ik was ook een keer op kamp en toen moesten we de menstruatiespullen bij een vrouw ophalen. Ik riep toen heel hard “ik heb het opgehaald”, dat mocht dus alleen niet, want geen mens mocht weten dat je ongesteld was.

 

Wat voor onderwijs heeft u gevolgd?

Eerst de lagere school. Dan komt de verpleegschool, gevolgd door A en B. Ik heb de ooievaar gevolgd. Toen ik zeventien jaar was moest ik het huis uit, omdat ik dat bij de nonnen in Venray wilde voortzetten. Ik ging regelmatig naar de nonnen om met de anderen te studeren. Ook al was er altijd een signaal om naar je kamer te gaan, toch mocht je je voeten wassen in de gemeenschappelijke toiletruimte. We gingen er vaak samen heen om te praten en onze voeten te wassen. “Jij met je superieure intelligentie had beter moeten weten”, zei een non ooit tegen me. Dat leek me een compliment.

 

Leren vond ik nooit zo moeilijk. Omdat een van mijn tantes als verpleegster werkte en de andere als lerares, wist ik al veel meer dan de andere kinderen toen ik op vijfjarige leeftijd naar school mocht. Tijdens mijn studie heb ik meerdere diploma's cum laude behaald.

 

Kunt u zich nog gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog herinneren?

Natuurlijk heb ik de oorlog ervaren. Toen het begon, was ik tien jaar oud. Daarna moesten we noodgedwongen vertrekken, omdat Arnhem te onveilig was omdat er niet genoeg eten en drinken was en we daar te veel vreselijke dingen hadden gezien. We zagen bijvoorbeeld een Engelse soldaat op zijn motor achter een boom rijden toen we een schot hoorden, en toen de motor van de man stiller werd voordat hij eruit viel, werd de soldaat voor onze ogen neergeschoten en gedood. Mijn vader vermeed ook ternauwernood geraakt te worden door een ontploffende granaat, omdat de gaten die de granaat in zijn arm achterliet in zijn mouw zaten in plaats van in zijn arm.

 

De moffen bleven ons huis doorzoeken op Engelsen, terwijl Engelsen ons huis bleven doorzoeken op moffen. We zijn daarom verhuisd naar Apeldoorn. Mijn zusje van 2,5 jaar zat achterop de fiets toen ik het eerste stuk te voet moest afleggen. Ze wilde met mij van plaats wisselen, maar ik zei haar dat ze moest blijven omdat ze zo jong was. Later arriveerde er een handkar, gevolgd door een paardenkoets. Daarna waren we negen maanden van huis. De evacuatie stond onder leiding van Hark (organisatie van het Rode Kruis).

 

We woonden die negen maanden op een boerderij in een dorp vlakbij Apeldoorn. Op de boerderij sliepen we op stro naast de dieren met één lange grijze deken, maar de buitenste slapers van de rij hadden bijna geen deken, en daarom moesten we elke nacht draaien. De buitenste bewoners mochten vervolgens de volgende avond in het midden slapen. Dit duurde ongeveer negen maanden.

 

Ik vond het niet erg om op een boerderij te wonen. Ik kon schommelen met de jongen die aan de overkant van de straat woonde. Hij hielp met schommelen en hij ging met mij naar school. Af en toe hielp ik ook bij het plukken van bessen waar ik lekker van mee mocht eten. Om het roggebrood uit de molen te halen, moest mijn broer helpen. We liepen de hele dag op klompen. Oma moest even wennen aan het platteland, want er waren veel onaangename vliegen, en aangezien ze zelf een stadsmeisje was, had ik er over het algemeen geen last van.

 

Ook kwamen de moffen op een dag langs om mijn vader, de boer en de overbuurman op te halen om te werken. Mijn vader lag op een verhoging in het stro. Ze vroegen in het Duits hoe ze daar konden komen en wij zeiden “met een ladder”, die we niet hadden. Toch hadden ze een manier gevonden om boven te komen. Ze prikten in het stro met een speer. Ik moest doen alsof ik niks wist terwijl ik elf jaar was. Er gingen zoveel emoties door mijn hoofd. Ook de boer en de overbuurman werden niet gevonden.

 

Begreep u toen wat er aan de hand was?

Nee, ik wist niet helemaal zeker wat er aan de hand was. Als mijn broer en ik de schuilkelder in moesten, speelden we altijd Indiaantje. De parachutisten in de lucht zien was fantastisch en naar onze mening ook mooi. Dus ik begreep niet veel, behalve als de moffen lang kwamen dan wist ik wat er aan de hand was.

 

Weet u nog wat u deed op de bevrijding en hoe heeft u dit meegemaakt?

Geweldig. Overal werd feest gevierd. We kregen rookwaren en chocolade van de Tommy's (Engelsen) . We deden ook allemaal mee met het liedje ‘Moffen, moffen waar ga jij naar toe? Ga jij naar het moffenland?’ Iedereen was op straat voor het grote feest, het was fantastisch.

 

Waar droomt u nog van om te doen?

Mijn kleinkinderen volwassen zien worden. dat ze hun opleiding succesvol afronden, gaan werken, mogelijk trouwen en kinderen krijgen. Ik ben me volledig bewust van mijn kinderen en mijn schoonfamilie, maar wat gebeurt er met jou?

 

 

 

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven