Deze week: fragmenten uit een interview met de oma van Robert uit A6.
Mijn oma volgde na haar basisschool de middelbare meisjesschool of huishoudschool. Daarna leerde ze voor coupeuse. Later heeft ze ook nog Engels en Nederlands gestudeerd op mbo niveau. Ze heeft veel verschillende banen gehad. Ze werkte als coupeuse, huishoudelijke hulp, in een verzorgingstehuis en ook nog in de fruitteelt. Die fruitteelt was aan huis bij mijn opa en oma.
Ze wonen in Zeeland op het platteland met veel ruimte en hadden daarom een fruitteeltbedrijf op hun eigen terrein. Mijn opa heeft niet veel onderwijs gevolgd na de basisschool. Hij volgde nog twee jaar lang een soort middelbaar onderwijs, maar hielp vooral thuis veel mee en begon al vroeg met werken. Hij werkte bij een landbouwbedrijf waar hij landbouwproducten vervoerde met tractor en vrachtwagen. Later werkte hij als bewakingsbeambte, nadat hij in het leger had gediend, aangezien hij goed overweg kon met wapens. Ook hielp hij regelmatig bij de fruitteelt aan huis.
Opa en oma groeiden beiden op in Zeeland. Mijn opa woonde in een heel klein dorpje genaamd Gawege. Hij woonde op een soort kleine boerderij en maakte deel uit van een groot gezin. Het huis was niet heel groot. Op hun terrein werden dieren gehouden om te verkopen. Opa en oma zijn beide christelijk protestants opgegroeid, maar bij mijn opa waren ze wel wat strenger in de religie. Opa heeft nog heel goed contact met zijn broer, waar ik ook zo af en toe mee naar toe ben geweest. Oma maakte ook deel uit van een groot gezin met een ouderwetse rolverdeling. Zo moest ze vaak de schoenen van haar broers poetsen voordat ze naar school gingen. Zij groeide op in Yerseke. Mijn oma heeft ook nog contact met haar broers en zussen. Vooral haar broers spreekt ze nog veel.
Over vrije tijd heb ik niet erg veel te vertellen, aangezien mijn opa en oma vroeger beiden niet veel vrije tijd hadden en vaak moesten werken. Tegenwoordig werken ze allebei graag in hun grote achtertuin, waar nog een kleine kas staat uit de tijd dat ze nog aan fruitteelt deden. Daarnaast biljart opa graag, vooral met zijn broer. Ze fietsen graag op hun gemakje of gaan een rondje lopen, bijvoorbeeld langs de Westerschelde.
Toen ik mijn oma vroeg over corona was ze niet eens zo heel erg negatief. Ze vond het natuurlijk wel een vervelend iets, maar vond het erger voor de jongere generatie zoals ik en haar andere kleinkinderen. Vooral omdat wij veel dingen niet konden doen die een belangrijk deel van de jeugd zijn. Zelf hadden ze er ook wel een beetje last van natuurlijk, voornamelijk dat er minder mensen langskwamen en dat ze zelf minder vaak op bezoek konden. Mijn ouders en ik zijn overigens wel redelijk wat keren langs geweest, op een verantwoorde manier natuurlijk.
Mijn oma heeft naast mijn moeder nog twee dochters, maar één daarvan is zo’n zes jaar geleden naar Boedapest verhuisd met haar gezin. Voor hen was het in de coronaperiode wel wat moeilijker om langs te komen en mijn andere tante had lang last van Long Covid, dus die kwam ook niet vaak langs. Gelukkig is mijn oma wel redelijk goed met technologie en kon ze zo bijna elke dag videobellen met haar kinderen en kleinkinderen. Over het algemeen was het niet leuk, maar kon ze er ook niet echt veel aan doen. Ze heeft er gewoon maar het beste van gemaakt, door bijvoorbeeld veel in de achtertuin te werken die vroeger gebruikt werd voor fruitteelt, maar nu veel borders heeft met mooie bloemen erin.
Mijn opa en oma hebben niet veel gereisd toen ze jong waren. Later gingen ze met mijn moeder en haar zussen wel naar landen als Frankrijk en Duitsland. Echter heeft mijn oma een broer die goed heeft verdiend tijdens zijn leven en daar huizen aan de kust bij Cancún van heeft gekocht evenals een appartement in New York. Mijn opa en oma zijn meerdere keren naar Mexico geweest om hem daar te bezoeken en vonden het daar altijd prachtig. Mijn oma vooral, want zij ging graag snorkelen in de zee bij het huis. Ze vond het altijd leuk om erover te vertellen als mijn neefje en ik er iets over vroegen, aangezien het er erg mooi uitziet.
