Sinds twee maanden runt Bing Pal het horecabedrijf De Asterdhoeve. Tijd voor HBN-MP om kennis de maken met deze nieuwe eigenaar. Wat blijkt? Hij is niet alleen een ambitieuze jonge ondernemer, maar ook een ‘gewone jongen’ uit de wijk Haagse Beemden met hart voor zijn gezin.
Van “fancy pancy” houdt hij absoluut niet. Okay, hij wil wel graag een poloshirt aantrekken voor de foto, maar daar blijft het ook bij. Bing Pal is opgegroeid in de wijk Haagse Beemden en heeft er bewust voor gekozen om hier een gezinsleven op te bouwen. “Ik ken het hier echt. Ik voetbalde bij Boeimeer, zat op Blokmoeren… Als kind was ik altijd buiten. Mijn vrienden wonen ook hier in de wijk. Voor mijn eigen kinderen wil ik dat ze normaal mee kunnen doen en dat kan hier. Hier heb je geen dure Vespa scooter nodig om erbij te horen.” Dat deze horecaman zo’n vijf jaar terug al interesse toonde in de unieke locatie in de wijk die De Asterhoeve heet, klinkt – met die wetenschap – ineens heel logisch.
Uitdagende stap
Driekwart jaar terug kreeg hij – als reactie op de eerder door hem getoonde interesse – uit eerste hand te horen, dat het horecabedrijf te koop stond. “Mijn vriendin was zwanger, maar toch was de timing perfect. Bij De Veestallen waren bepaalde personeelsleden klaar voor een volgende stap, maar waren er geen doorgroeimogelijkheden voor hen.” Dus maakte Bing zelf de move naar De Asterdhoeve om de weg vrij te maken voor anderen.
Niet dat deze stap eenvoudig was. Onzekerheden met betrekking tot koop en financiering heeft Bing als zeer stressvol ervaren. “Dat was écht killing. In die periode heb ik ontzettend slecht geslapen. Het is namelijk een enorm persoonlijk risico dat je neemt: Je doet een aankoop voordat je weet of de financiering rond is.” Als jullie redacteur opmerkt dat het lijkt alsof ondernemers dit makkelijk van zich af laten glijden, reageert Bing lachend: “Ik echt niet hoor. Toen het allemaal doorging, viel er een enorme last van mijn schouders.”
Horeca- én familieman
Mocht de indruk ontstaan dat Bing een workaholic is: Hij vindt zijn werk erg leuk, maar is ook een familieman. Zijn vriendin, zijn dochtertje – dat hij gekscherend “de directeur” noemt – en zijn moeder zijn veel op de zaak te vinden. “Mijn vriendin doet HR en finance, want ik vind het fijn dat dit door iemand gedaan wordt die ik vertrouw. Mijn moeder is gastvrouw bij De Veestallen; ze heeft een achtergrond in hospitality. Ik kan zeggen dat ik mijn vriendin en dochtertje meer zie dan een gemiddeld werkend persoon. En hoe leuk is het om na afloop van een drukke werkdag met je moeder een biertje te drinken?”
Bovendien kan Bing moeilijk stil zitten. “Dat lukte mij al niet zo goed op school. Ik heb namelijk ADHD. In de kranten staat, dat ik op mijn vijftiende als afwasser ben begonnen, maar ik ben serieus aan het werk gegaan in de horeca op mijn drieëntwintigste, bij Hotel Nassau. Daar bleek ik erg goed te zijn in dit werk. Ik doe dingen snel, zoals achter de bar. Ik sta altijd aan. Het werken houdt mij van de straat. Mijn ADHD is in deze branche geen last, maar een gave.”
Positieve benadering
Als hij terugkijkt op de eerste twee maanden dat hij open is, realiseert Bing zich hoezeer hij gebuffeld heeft. “Mijn voeten zijn serieus kapot. Dit is geen geklaag, want het is daadwerkelijk hard werken en veel keuzes maken.” Dan glimlacht hij: “Maar ook ervaar ik succes. Op een zondag ontvangen wij zo’n 350 mensen. De eerste zondag stond ik na afloop huilend achter de bar. Nu is het personeel goed ingewerkt. Toen het laatst op een zondag vlekkeloos verliep, hebben we dat gevierd. En het personeel vertelde ook hoe trots men was op elkaar. Zo mooi!” Bing glundert.
Dat hij benadering van zijn personeel belangrijk vindt, is iets dat opvalt, niet alleen in het gesprek, maar ook wanneer hij voorafgaand aan onze afspraak contact heeft met de nieuwe tuinman, tegen wie hij opvallend vriendelijk en opbouwend is. “Ik heb in de horeca met vervelende managers te maken gehad en ik snapte niet waarom zij zo konden doen,” legt Bing uit. “Richting mijn eigen managers (bedrijfsleider, floor managers) ben ik dan ook erg kritisch op de omgang met mensen.” Hij zegt als één van de weinige horecabedrijven geen personeelsproblemen te hebben gehad na de coronaperiode. “Als mensen het naar hun zin hebben, blijven ze. En het maakt toch geen indruk als je steeds maar chagrijnig loopt te doen? Als ik een keer boos word – wat bijna nooit gebeurt – dan weten ze dat ze iets écht niet goed hebben gedaan.”
Ambities
Bings team is op elkaar ingespeeld; qua verbouwing moet er nog veel gebeuren. Zo gaat de vloer er binnenkort uit om plaats te maken voor een nieuwe. De Asterdhoeve is dus ‘work in progress’. Wanneer Bing vindt dat De Asterdhoeve geslaagd is? “Er moet één dag zijn dat alles af is; dat ik vanachter de bar kijk en denk: Alles zit er in. De uitbouw, de meubels, de vloer… ; één dag in de zomer. Ik schat in dat dat over twee jaar zal zijn.”
Wat Bing belangrijk vindt, is dat De Asterdhoeve een plek moet zijn waar je altijd terecht kunt; als wandelaar, maar ook als je net gevoetbald hebt. “Ik heb ervaren hoe leuk het is als oude bekenden hier langs komen. Ook heb ik al veel nieuwe mensen leren kennen uit de wijk.” De Asterdhoeve lijkt Bing op het lijf geschreven. Of hij het daar bij laat als ondernemer? “Nee,” zegt hij met een twinkeling in zijn ogen, “ik ben nog niet klaar.”