Deze week geen ‘Koken met Simone’. Ze geniet even van een welverdiende break. Wat doen we ondertussen? Kersen eten! Die lekkere dikke, bijna zwarte vleeskersen lachen ons weer toe vanuit de koelvitrines in de supermarkten.
Het aller-lekkerst zijn ze als u ze in de Betuwe direct van de boer betrekt. Om het voordeel hoeft u het niet te doen want kersen zijn nooit goedkoop, ook daar niet, maar kwaliteit is natuurlijk wel een meerwaarde.
Kersen in de keuken, dat is nogal een delicaat dingetje! Het liefst eten we ze gewoon meteen op, zonder poespas…, we lusten ze rauw! Toch doen die edele vruchten het ook goed in zoete flappen, dessertsauzen, bonbons, sorbets, zuiveltoetjes en zelfs in diverse limonades als cerise en cherry-coke.
Als de kat van huis is
Om het gemis aan Simone een beetje te compenseren schotel ik u nu een toetjesrecept voor waarmee ik al mee-eters uit meerdere werelddelen heb weten te verleiden. Ze blijven terugkomen! Een in wezen eenvoudig recept op basis van ijs, chocolade en warme kersen. Een vleugje alcohol erbij maakt de betovering compleet. Ik moet u waarschuwen. Heel erg gezond is dit gerecht niet, het is alleen onweerstaanbaar lekker.
IJs met rumbonen en warme kersen
Als basis doet een lekkere romige ijssoort wonderen, het zorgt voor het frisse koudeaspect en bewerkstelligt een volle smaaksensatie. Vanille-ijs is prima maar het kan ook best met chocolade- of, doe eens gek, advocaatijs. De ware Bourgondiër voegt hier natuurlijk nog een lobbige klodder slagroom aan toe, maar dat laat ik in het midden.
Als chocolade kan de choco uit het chocoladeijs fungeren maar als je een lekker stevig blok puur tot je beschikking heb dan zou ik maar eens flink aan het raspen gaan. De textuur van (ijsgekoelde) chocoladesnippers draagt wezenlijk bij aan de smulindex. Ik stel voor nu eens een rumbonenvariant te introduceren. De ‘krak’ van rumbonen is als mondgevoel immers met niets anders te vergelijken.
In den beginne…
We hebben al een koude en een kraakeffect in ons perfecte dessert ingebed maar er moet nog een tegenhanger komen. Het begon allemaal met kersen en die gaan we nu aan onze creatie toevoegen. Warm, fruitig, zoet en zacht! Je hoeft er niet voor naar de Betuwe, kersen uit een potje doen het ook prima. Het wordt misschien al snel allemaal erg zoet maar een zakje vanillesuiker maakt de warme kersen wel nóg lekkerder. Lichtjes binden met een lepeltje maizena komt de sauzerige structuur ten goede. Serveer de kersen nooit ‘loeiheet’, laat ze liever even tot rust komen en schep de bordjes pas kort voor het genietmoment vol om de verrassende koud-warmsensatie optimaal tot zijn recht te laten komen.
Eet smakelijk!