Open voor jou (6) – Robin de With

15 mei 2024     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

Robin de With 1

 

Onder de noemer ‘Open voor jou’ hielden leerlingen van Graaf Engelbrecht bij het domein identiteit als onderdeel van het vak burgerschap interviews met grootouders. Deze keer de opa en oma van Robin uit Havo 5.

 

Mijn opa Fred Lamme is geboren op 12 november 1945 in Leiden, mijn oma Ria Lamme op 7 december 1948 in Roelofarendsveen. Ze hebben de oorlog dus niet meegemaakt. Als kind hadden ze er niet veel last van, dat hadden vooral de oudere mensen. De oorlog heeft dus niet veel invloed op hun jeugd gehad.

 

Robin 2Opa heeft niet in militaire dienst gezeten, want hij werd naar eigen zeggen ‘gelukkig’ afgekeurd. Hij vertelde dat er destijds te veel jongens in dienst zaten en dat hij gekeurd werd door een dokter die de zoon was van een vriend van zijn vader. Die vroeg of hij zin had om in dienst te gaan, waarop opa nee zei en dus niet in dienst hoefde.

 

Oma zat op de lagere school in Roelofarendsveen en later op de hogere school in Leiden. Ze zat op een school voor meisjes waar ze erg goed les kregen van nonnen. Ik vroeg oma of ze vroeger last van beperkingen heeft gehad door het vrouw zijn. Ze antwoordt: “Op school en thuisgebied niet. Mijn vader had een eigen bedrijf en iedereen moest gewoon helpen”. Ze heeft er geen last van gehad, oma was er naar eigen zeggen gewoon niet mee bezig. Ook op de vraag of de feministische golf haar leven heeft beïnvloed reageert oma nuchter. Ze wuift dat een beetje weg en zegt lachend dat ze vroeger gewoon deed wat ze wilde en dat is nu nog zo.

 

Opa volgde zijn scholing in Leiden. Qua werk heeft opa altijd in de detailhandel gezeten en hij is dit gaan doen omdat hij dat simpelweg het mooiste vak vindt. Die mening deelt hij nog steeds. Oma werkte in een uitgeverij. Na twee jaar had oma een eigen afdeling. Ze vertelt dat dat zo snel kon, doordat zwangere vrouwen stopten met werken en er dus sneller een plek was om op te vullen en hogerop te komen. Oma is dit werk gaan doen omdat een vriendin van haar bij dat bedrijf werkte en oma ging verhuizen, hierdoor zagen ze elkaar nog steeds door bijvoorbeeld samen te lunchen. Beide vonden de baan leuk en ontwikkelden zich door met cursussen in de avond, omdat een opleiding op de dag daarvoor niet bestond en ze het zo uitdagend konden houden. Ze zei ook dat je die cursussen echt moest volgen om iets te bereiken in de maatschappij.

 

Opa komt uit een gezin met drie kinderen, waarvan een broertje en een zusje. Hij had een goede band met ze, maar zag zijn broertje niet veel, omdat hij vanaf zijn elfde op een seminarie zat. Opa’s vader was katholiek hervormd om met zijn moeder te kunnen zijn, maar hij was strenggelovig. Hij ging bijvoorbeeld niet naar een bakker van een andere zuil. Opa is wel gelovig, maar niet zo streng.

 

Oma komt uit een gezin met vijf kinderen, waarvan zij de op een na oudste is en het enige meisje. Ze was niet zo van het ruzie maken. De meiden zaten op een andere school dan de jongens, dus oma zei dat iedereen ook veel zijn eigen ding deed. Oma is niet strenggelovig opgevoed. Haar ouders maakte het bijvoorbeeld ook niet uit welk geloof de bakker had, ze gingen gewoon naar de lekkerste volgens oma. Dit komt volgens oma, doordat haar beide opa’s en oma’s een eigen bedrijf hadden en dus hun eigen beslissingen moesten nemen. Dit deden ze dus ook met het geloof.

 

Oma vertelde een leuke anekdote over haar vader. De kerk wilde vroeger dat iedereen hun geld bij de kerk ging sparen. Haar vader zei dat ze dat eventjes mooi niet gingen doen. Hun geld bleef bij de Rijkspostspaarbank want bij de kerk kan je naar de mis, maar dat is geen spaarbank. Dit pakte goed uit zei oma, want de kerk had het geld niet meer wat mensen gespaard hadden. Niemand wist waar het was gebleven lacht opa. Ik vroeg hierop of dat mensen hun geloof of vertrouwen in de kerk verloren, maar ik kreeg als antwoord dat mensen in die tijd gewoon de houvast nodig hadden, dus nee.

 

Opa vertelde dat de kerk ook vond dat niemand op zondag vlees mocht eten en dat hij dat dan dus ook echt niet kreeg, hooguit gesmolten boter als jus. Als er iemand jarig was ging zijn moeder naar de pastoor om een uitzondering te vragen. Oma zegt dat haar ouders ook dat onzin vonden, want de mensen die dat deden gingen dan vaak een stukje vis eten in de stad. Ze konden beter iets laten staan wat ze lekker vonden dan het te vervangen. De pastoor kwam ook thuis bij opa, maar bij oma dus niet.

 

Opa verhuisde zeven keer, oma zes keer. Opa woonde op mijn leeftijd in een gekocht stenen hoekhuis, maar daarvoor woonde het gezin in bij een ander gezin wegens de woningnood Dit moest vanuit de overheid. Oma woonde met veel mensen die inwoonden in een huis, zo woonde het gezin van de zus van haar vader ook in. Daarna verhuisde oma naar een huis voor hun eigen gezin. Op haar vijftiende verhuisde ze naar een huis waar haar vader zijn eigen bedrijf startte en waar ze ook met het gezin werkten.

 

Opa en oma hebben elkaar na school ontmoet op een feestje. Ze hadden vier jaar een relatie en zijn toen twee keer getrouwd. De eerste keer voor de wet in 1970 en de tweede keer, in 1971, voor de kerk. De trouwdag van de kerk houden ze aan als hun trouwdag. Ze trouwden voor de wet in december omdat ze dan het hele jaar belastinggeld terug konden krijgen als katholiek zijnde. Protestanten konden dat niet omdat die op dezelfde dag moesten trouwen voor de wet en de kerk.

 

Opa en oma hebben drie dochters waarvan mijn moeder de oudste is. De band van opa en oma is met alle drie goed, maar in sommige fases heb je met de een wat meer contact dan met de ander. Bijzondere familieactiviteiten die ze vroeger deden: elke zomer met hun dochters met het vliegtuig op vakantie en in de kleinere vakanties naar een binnenlands vakantiehuisje. In de zomer gingen ze bijvoorbeeld naar Spanje of Tunesië. Ze vertelden dat velen hen voor gek verklaarden, maar ze vonden dat het geld waard en konden het betalen.

 

Oma had genoeg vrije tijd en speelde veel buiten, maar ze moest in de vakanties wel werken bij het bedrijf van haar vader. Opa had vrije tijd op woensdag en zaterdagmiddag. Later ging hij in die tijd en in de vakanties ook werken. Nu klust opa wat en doet hij vrijwilligerswerk voor de kerk. Ik help hem als hij mijn hulp nodig heeft voor bijvoorbeeld klusjes op het dak of in de tuin. Oma heeft ook lang vrijwilligerswerk gedaan, maar dat doet ze niet meer. Ze leest veel en kijkt graag naar schaatsen of wielrennen. Ze doen ook samen boodschappen, gaan op visite of krijgen die over de vloer.

 

Opa heeft vroeger even gevoetbald, maar niet voor lang want hij vond dat niet zo leuk. Hij vind het wel leuk om te kijken, alleen niet in stadions. Vroeger ging hij met zijn vader naar voetbalwedstrijden. Er werd een keer geschoten, sindsdien kijkt hij lekker thuis. Ook zwom hij vroeger en hij deed dat tot de coronalockdown. Oma zat op de gym, daar deed je verschillende sporten. Toen ik vroeg of ze op zondag mochten sporten reageerde oma lachend: “Ja natuurlijk”. Opa mocht dat ook wel.

 

Opa en oma bezochten veel landen. Ze hebben geen landen die ze nog willen bezoeken. Ze kunnen veel zien op foto’s en waar ze heen wilden zijn ze geweest. Als ze moeten kiezen wat ze het mooiste vonden, beginnen ze al snel over de Griekse eilanden. Uiteindelijk komen ze eruit dat ze Andalusië het mooist vonden. Ze hebben momenteel de ambitie om gezond te blijven.

 

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven