Een jeugdmijmering: Militaire dienstplicht

05 mei 2024     Column Pennetje – Foto Jan Brouwer

Groeten van PennetjeEen woord dat in de laatste lettergreep geen enkele ruimte overlaat om iets anders te doen. Daar kwam ik 58 jaar terug op confronterende wijze achter. In een dwingend schrijven van de opperste legerleiding werd ik in juni 1966 ontboden in een kazerne te Den Bosch.

 

Een sergeant-majoor van het type ‘ruggengraat van het leger’ bulderde ons minzaam toe dat we vanaf dat moment onder de krijgstucht vielen. Na een minutieus onderzoek van alle lichaamsopeningen en een serie injecties kon ik mij aankleden in het weinig flatteuze groen van destijds: des Konings wapenrok. Dat groen stond absoluut niet bij de lieflijke blauwe kleur van mijn oogjes.

 

Mijn modieuze bril werd verruild voor een zogenaamde dienstfiets die volgens genoemde majoor beter paste onder een gasmasker. De PSU ofwel de ‘persoonlijke standaard uitrusting’ bestond uit een paar leren klompen, een berg kleding, potten pannen, een FAL geweer en een net pak dat de romantische naam ‘eerste grijs’ droeg. Dat laatste mocht c.q. moest worden gedragen bij officiële gelegenheden zoals koninklijke bruiloften en partijen of wanneer je in het weekend naar huis mocht.

 

Op de HBS had ik al jaren eerder een officierskeuring ondergaan. Jong, onervaren maar een soort van ambitieus deed ik mijn best om op te vallen. Dat bleek men zich in het jaar van opkomst terdege te herinneren. Twee maanden later werd ik van de schoolcompagnie overgeplaatst naar de school voor reserve officieren en kader infanterie ofwel SROK in Ermelo. Daar viel ik in handen van een groep getalenteerde plaaggeesten die er alles aan deed om mij te harden voor de krijg(?).

 

Moet bekennen dat dit proces gedoemd was te mislukken, omdat in mij zich een zorgwekkende gezagshaat tegen groen met sterren en strepen ontwikkelde. Dit bleef niet onopgemerkt en twee maanden later werd ik rangloos verbannen naar de ‘parate hap’ in Oirschot. In het programma aldaar heb ik geleerd om, naast geestdodende verveling en langdurig wachten op niets, pantalons in de vouw te strijken alsmede knopen aan te zetten, kortom een soort van huishoudschool voor heren dus.

 

Ondanks de Zesdaagse Oorlog in 1967 tussen Israël tegen Jordanië, Egypte en Syrië waanden wij ons hier onbedreigd. Nu er inmiddels alweer geruime tijd een gewapend conflict is, heb ik mateloze bewondering voor al die Israëlische jongeren die zich hebben toegewijd aan de strijd voor hun land tegen de terreur van Hamas in Gaza en Hezbollah in Libanon. Van de mentale kracht en toewijding van de Israëlische soldaten zouden wij hier iets kunnen leren… Ik hoop uiteraard wel dat dit conflict spoedig zal worden beëindigd.

 

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven