Open voor jou - Lalou Daneels (deel 2)

10 april 2024     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

 

Burgerschap is een verplicht onderdeel van Graaf Engelbrecht in het lesprogramma. Onder de noemer ‘Open voor jou’ heeft Graaf Engelbrecht gekozen voor een drietal domeinen: Identiteit, Diversiteit & gelijkwaardigheid en Leven & samenleven.

 

Vandaag het vervolg uit het interview met de oma van Lalou Daneels uit atheneum 6.

 

Wat was de reden om weer terug naar België te komen?

Mamouche: “De reden… in 1979 toen was uw mama 7 jaar, en Sonia 8 jaar. Taté en ik waren aan het nadenken wat te doen als zij naar de middelbare school moesten gaan.”

 

In België? Of in Congo?

Mamouche: “In België of ter plekke. Er was wel een goede middelbare school in Kisangani, de Belgische school. Maar daar moest je heel veel geld voor betalen. En de brouwerij betaalde dat wel voor de blanken die bij hen werkten, maar niet voor de zwarten. Taté kreeg daar geen subsidies voor en dus had hij gevraagd aan de grote baas in Brussel hoe het dan zat met het onderwijs voor zijn kinderen. En die reageerden: we zullen het wel zien wanneer het zover is.

 

Woonden jullie toen al wel weer in België?

Mamouche”: “Ah nee, dat is dus de reden dat we terug naar België gekomen zijn. Omdat we geen garantie kregen dat ze voor die school zouden betalen. Die school was verschrikkelijk duur en dat konden wij niet betalen. Ze hadden wel gezegd "We zullen het wel zien wanneer het zover is." Toen Taté gevraagd had of zij dat als garantie op papier konden zetten, hebben ze geweigerd. Dan hebben Taté en ik besloten een andere oplossing te zoeken en zijn we naar België gekomen, hebben we onze kinderen ergens gedropt en dan zijn we naar Canada gegaan, Taté en ik.”

 

Als vakantie?

Mamouche: “Nee om te gaan kijken of we naar daar konden uitwijken. Taté had daar eigenlijk al min of meer een belofte van werk gekregen en ik zou wel iets gevonden hebben in het onderwijs of iets anders. We kwamen terug naar België om de administratie verder in orde te maken. We hadden alle papieren al in orde en de belofte om daar te kunnen werken, maar toen twijfelde Taté. Hij vond Canada wel heel erg ver van Congo, zijn thuisland. Dan hebben we het uiteindelijk niet gedaan.”

 

En in de tussentijd toen jullie in Canada waren…, waar waren jullie kinderen of zaten die op school?

Mamouche: “Nee niet op school. We zijn naar Canada gegaan in de zomervakantie. Sibo zat bij mijn ouders, Kirezi …eh waar was die… bij vrienden. Ik weet niet meer bij wie en Sonia die was ook bij vrienden. We zaten allemaal apart, want we konden niet aan iemand vragen om drie kinderen op te vangen. In Afrika zou dat gegaan hebben, maar in Europa was dat ietske moeilijker hè. Ik denk dat Kirezi bij Rudenski zat, een bevriende tandarts. Ik had heel vroeger een paar jaar bij de tandarts gewerkt en dat was eigenlijk een goede vriend geworden en die was ondertussen getrouwd en die had zelf ook een kind, geloof ik.”

 

“Maar eigenlijk was alles al geregeld om naar Canada te gaan. We gingen emigreren. De keuze om weg te gaan was dat als we België bleven, we bij mij zouden zijn, in Congo bij Taté maar daar konden we dus niet echt blijven op een veilige manier. Toen dacht ik: in Canada zijn we allebei niet echt thuis dus dan staan we gelijk. Maar goed, dat was dan weer te ver…en we hebben het uiteindelijk niet gedaan.”

 

Jij werkte weer op een school in België en Taté weer bij Heineken?

Mamouche: “Ja, Taté die heeft dan ook werk gevonden maar dat was dan wel heel moeilijk want hij had zijn ontslag genomen bij de brouwerij en die saboteerden hem dus. Bij alle andere brouwerijen kon hij niet binnen want ze zeiden iedere keer, nee, nee, Heineken is ertegen.”

 

(Mijn moeder komt ondertussen binnen). Mama: “Heb je al verteld dat hij de jongste directeur ooit was?"

Mamouche: “Nee nog niet. Taté was inderdaad de eerste zwarte en de jongste directeur ooit van een brouwerij van Heineken. Dat was in Kisangani, net voor we terug naar België kwamen.”

 

Was het wennen toen jullie weer terug gingen wonen in België? Was het verschil in levensstijl groot?

Mamouche: “Wennen als we terugkwamen naar België was veel moeilijker dan wennen toen we vertrokken naar Afrika. Het leven in Afrika was veel gemakkelijker dan hier. Met dagelijks personeel in huis die eten klaarmaken, het huis netjes houden, de was en de strijk doen en een paar jaar later ook een chauffeur die je kon sturen om een boodschap te doen, de kinderen naar school brengen en halen. Eigenlijk kon ik daar alles doen wat ik graag deed. Bij de terugkeer naar België moest ik alles zelf doen en daarbij ook nog gaan werken, dus het leven werd wel een pak moeilijker en ik heb nog lange tijd gehoopt dat we weer terug zouden kunnen naar Afrika. In Congo is het nooit meer mogelijk geweest en toen het misschien mogelijk geworden was om naar Rwanda te gaan was het voor ons eigenlijk te laat. Daarbij komt nog dat de mentaliteit in Rwanda niet te vergelijken is met die van Congo. Dus besloten we om hier oud te worden. Wegens onze leeftijd moesten we ook rekening houden met de gezondheidszorg die in Europa toch nog altijd beter is dan in Afrika.”

 

Nu ook nog even over jouw ouders. Wat vonden je ouders ervan toen je zei dat je wilde vertrekken naar Afrika?

Mamouche: “Toen ik wilde vertrekken waren ze eh, misschien een beetje verwonderd maar niet echt. Ze wisten wel dat ik niet in België zou blijven en ik ben dus gewoon vertrokken. Maar ja ze wisten niet wat eigenlijk de bedoeling was. En toen Taté hun zei dat wij gingen trouwen, antwoordde mijn vader: “Ik dacht dat jullie slimmer waren alle twee", dus ... ja.”

 

Is hij uiteindelijk wel bijgedraaid?

Mamouche: “Bijgedraaid, ja, na vele jaren, na de geboorte van Sibo.” Mama: “Toen er eindelijk een zoontje kwam.” Mamouche: “Ja want eerder als we dan in verlof kwamen naar België met de twee meisjes, Sonia en Kirezi, dan mocht ik niet naar Vilvoorde komen van hem. Want nee, wat zouden zijn vrienden wel zeggen? Maar dat veranderde toen Sibo geboren was, een jongetje. Hij nam mij ineens mee op café met zijn vrienden, naar ‘den amis’. Met Sibo ging hij dan naar het café - nou ja het was een biljartclub - bij zijn biljartvrienden. Die vonden Sibo heel lief en dan vroegen ze zich af, maar waarom doe je nu zo? Dat is toch geen probleem? Ondertussen is dat allemaal wel veranderd. Maar vroeger was de mentaliteit anders en waren er wel veel vooroordelen.”

 

Mama: “Misschien moet je ook eens over ‘Bobonne’ spreken want die was helemaal anders.” Mamouche: “Bobonne, die was anders ja.”

 

Wie was Bobonne?

Mamouche: “Bobonne is mijn grootmoeder. Toen ik van plan was om op vakantie te komen met de twee meisjes en met Taté en aan mijn ouders gevraagd had om een appartement voor ons te zoeken omdat we niet bij hen in Vilvoorde mochten komen, zei mijn grootmoeder: “Een appartement? Ge komt bij mij!” En we zijn dus bij Bobonne in Keerbergen gaan logeren, de hele zomervakantie.”

 

Mama: “Dat was een fantastisch mens, Bobonne, die was echt geëmancipeerd ‘avant la lettre’.”

Mamouche: “Ja inderdaad. We hebben daar gelogeerd en mijn moeder kwam dan twee, drie keren op de week toch zeker om dan de kinderen te zien dan hè, ja haar kleinkinderen. Bompa kwam haar dan wel ophalen en zo, maar bleef er nooit bij, want voor hem was dat moeilijk.”

 

Mama: “Het was toch ook zo, dat - voordat wij er als kinderen waren - toen jullie een relatie hadden, jullie wel bij Bobonne bij elkaar mochten slapen maar nergens anders?” Mamouche: “Ahja.” Mama: “En Bobonne ging nog tot dat ze 90 was op café. Elke week?“ Mamouche: “Elke week! Alle dagen en met de kaarten spelen, ja dat was plezant (lacht). Een tof mens!”

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven