In 2014 gaven drummer Charlie Watts en gitarist/zanger Ronnie Wood van de Rolling Stones hun steun aan een bijzonder project. Het betrof een gezichtsreconstructie aan de hand van een bijzondere schedel die in het Zuid-Limburgse idyllische dorp Sint Gerlach al eeuwenlang in een sarcofaag wordt bewaard. Wie was deze overledene waarvan de gelaatstrekken na ruim negen eeuwen weer ‘herleven’?
Rond 1126 wordt in Zuid-Limburg in een rijke familie een jongetje geboren. Het kind, Gerlach, leidt een vrolijk en losbandig leven totdat het de liefde van zijn leven tegenkomt. Er wordt getrouwd en Gerlach wordt tot ridder geslagen. Het geluk is compleet als er twee kinderen worden geboren. Totdat het noodlot toeslaat.
Gerlach is in Gulik bij Aken om deel te nemen aan een riddertoernooi. Zijn vrouw en kinderen reizen hem achterna. In het heuvelachtige landschap met slechte wegen slaan de paarden plotseling op hol als een woest wild zwijn uit de struiken het rijtuig bestormt. Een van de houten wielen breekt, waardoor het rijtuig over de kop slaat en in een diepe greppel belandt. Alle drie de inzittenden zijn op slag dood. Om dit verlies te verwerken gaat Gerlach op pelgrimage naar Jeruzalem waar hij zeven jaar vrijwilligerswerk doet.
Kluizenaar
Terug in Zuid-Limburg schenkt hij al zijn bezittingen aan goede doelen. In het tegenwoordige Sint Gerlach besluit hij nabij een bron, een paar honderd meter van het Geuldal, als kluizenaar verder te leven. Een oude holle eik doet dienst als altaar. Voortaan heet hij Gerlachus. Aan de andere kant van de Geul zijn voldoende mergelgrotten aanwezig om in te schuilen bij slecht weer en om er de nacht in door te brengen. Gerlachus heeft geleerd via handoplegging dieren te genezen. De boeren komen van heinde en verre met hun zieke vee. De minerale bron heeft een ondersteunende werking bij de zieke dieren. De wereldwijze kluizenaar geeft ontheemden steun en hulp en wordt een lokaal fenomeen.
Jaloerse monniken van een nabij gelegen abdij verzinnen een list. Ze zijn bang dat door de populaire Gerlachus hun inkomsten zullen dalen. De monniken bezoeken de bisschop van Luik en vertellen hem dat Gerlachus onder de holle eik een kostbare schat heeft verborgen die afkomstig is uit het heilige land, een kostbaar reliek dat hem succes en bescherming geeft. De bisschop van Luik wil dat wonderlijke reliek graag in zijn bezit krijgen.
Er doen wilde verhalen de ronde van ridders die tijdens een kruistocht wonderbaarlijke schatten hebben gevonden. De bisschop wil daar ook graag een graantje van meepikken. De eik wordt gerooid en de grond rondom de boom wordt omgeploegd. Er wordt niets gevonden. De bisschop beseft dat hij door de jaloerse monniken om de tuin is geleid. Daarom laat hij voor de kluizenaar een houten kluis bouwen. Daarnaast krijgt Gerlachus levenslange bescherming en een ondersteuning voor eten en drinken.
Gerlachus’ populariteit wordt immens. Van heinde en verre krijgt hij bezoek vanuit alle lagen van de bevolking. Alle pelgrims overladen hem met luxe goederen die Gerlachus op zijn beurt weer verdeelt onder de minder bedeelden. Totdat hij op zesenveertigjarige leeftijd een natuurlijke dood sterft. Gerlachus wordt naast de put begraven.
Het volk eist een heiligverklaring die spoedig wordt toegekend. Een jongen met een ontstoken kaak spoelt op advies van zijn moeder zijn mond met water uit de bron vermengd met zand van het graf. Volgens middeleeuwse verhalen geneest de jongen spontaan. Dit eerste benodigde wonder wordt opgetekend, velen zullen er volgen.
Morgen het vervolg en informatie over de bereikbaarheid van deze bezienswaardigheid ...
