Het is vandaag Halloween, het feest waarop enge verhalen centraal staan en worden uitgebeeld door jong en oud. De marteling van de heilige Quintinus is een verhaal dat heel goed past bij de gruwelen die tijdens Halloween worden gecultiveerd.
Quintinus, ook wel Quentin of Kwinten genoemd, werd rond het het jaar 260 in het Romeinse rijk geboren als zoon van de Romeinse senator Quintus Zeno. De naam Quintinus betekent: ’de kleine Quintus’. De jongen werd door het nieuwe christelijke geloof gegrepen en besloot tegen alle gevaren in als missionaris naar het Franse Gallië te reizen om daar het geloof te gaan verkondigen. Samen met twee andere missionarissen, Lucianus en Maximianus. Ze werden in de streek populair en voor de Romeinse overheersers te succesvol waardoor ze gevangen werden genomen.
De Romeinse keizer Maximianus die het West-Romeinse rijk bestuurde, was een beruchte christenvervolger. Hij besloot de versplintering van het Romeinse rijk te voorkomen. De cultus rondom de keizer en het offeren aan de goden stond voor stabiliteit en eenheid. De nieuwe christenen waren opstandig. Ze zorgden voor rellen en onrust in het rijk. Ze provoceerden de overheid. Terechtstellingen van christenen leidden tot geweld en opstanden. Er werd daarom nog gruwelijker opgetreden tegen christenen.
De befaamde genezingen van Quintinus en de link met het nieuwe geloof tastten volgens de overheid de stabiliteit van het Romeinse rijk aan. Daarom werd Quintinus opgepakt en gemarteld. Hij kon kiezen tussen het nieuwe geloof opgeven of gepijnigd worden. Quintinus koos voor de martelingen. Op schilderijen zien we de heilige terwijl er lange spijkers onder zijn nagels worden getimmerd. Er worden zelfs metalen pinnen in zijn schouders geslagen die diep in zijn longen boren. In latere kunstwerken lijken lijkt deze pijnlijke behandeling hem niet te deren. Dit is opmerkelijk.
Fotoshop
Afbeeldingen van bijna naakte heiligen werden vanaf de middeleeuwen uiterst populair. Deze martelaars, zowel mannen als vrouwen, kregen in de kunst veelal perfect geproportioneerde lichamen. Zonder rimpels, littekens, bultjes en moedervlekken lijken ze gefotoshopt voor moderne social media. Uitdagend kronkelend kijken ze met hun knappe en bevallige gezichten hun mannelijke beulen niet aan. Die kijken tijdens hun werkzaamheden wel naar elkaar. De martelaars kijken meestal in volledige extase omhoog alsof ze intens genieten van de pijn en hun hemelse beloning al hebben ontvangen. Het daarbij vrijkomende bloed is meestal minimaal, als mooie zoete rode stroompjes. De kerkbezoekers genoten eeuwenlang van de aanblik van deze schaars geklede lichamen in een horrorsetting.
Tegenwoordig verlustigen filmliefhebbers zich aan schaars geklede jongelingen die in horrorfilms worden gedood. Een verschil tussen toen en nu zijn de moderne geluidseffecten die het plaatje nog levensechter maken. Uiteraard moeten we niet vergeten dat deze kunst een opvoedkundig doel had. De veelal welgestelde martelaren gaven alles op voor een godsvruchtig leven vol gebed en toewijding aan burgers die aan de zelfkant van de maatschappij stonden. Ze vervulden een voorbeeldfunctie.
Na de behandeling met de metalen pinnen wordt Quintinus voor de keuze gesteld wel of niet het nieuwe geloof op te geven. De martelaar weigert de keizer en de Romeinse goden te aanbidden. Er wordt besloten om op 31 oktober 287 hem naar het tegenwoordige Noord-Franse Saint Quentin te brengen voor een fatale behandeling. Na wederom een martelsessie wordt Quintinus onthoofd en als oud vuil in de rivier de Somme gegooid.
Glibberige oogkassen
Een blinde vrouw, Eusebia, loopt in het jaar 640, bijna drieëneenhalve eeuw later, naar de rivier de Somme om erin te baden. Het heeft die week flink geregend. De flinke stroming in de rivier heeft de rivierbedding schoongespoeld. Ideaal voor haar om te wandelen zonder haar voeten te bezeren. Als ze na haar reiniging in het frisse rivierwater op de tast op de oever haar kleding wil pakken krijgt ze de schrik van haar leven. Haar vingers steken in de glibberige oogkassen van een menselijke schedel waar de huid nog omheen zit, strak als een trommel. Terwijl ze trillend van de zenuwen naar haar kleding zoekt grijpt ze in een gedeeltelijk gemummificeerd lijk dat uit het zand steekt. Ze voelt metalen pinnen in de schouders die zijn vastgeroest aan de sleutelbeenderen. De schrik is zo heftig dat vrouw ineens weer kan zien. Eusebia, in uiterste verwarring, holt schreeuwend naar het dorp en verkondigt daar dat er iemand is vermoord. Ze vergeet dat ze weer kan zien. Verontruste opgewonden dorpelingen brengen de lugubere vondst naar bisschop Eligius. Hij ontdekt dat de overblijfselen waarin twee ijzeren pinnen zijn vastgeroest die van de heilige Kwinten zijn. Het wonder van het teruggekeerde gezichtsvermogen van Eusebia onderstreept de heiligheid ervan. Het benodigde tweede wonder volgt snel, zodat een heiligenverklaring mogelijk is. Bisschop Eligius was voor zijn aanstelling goudsmid. Hij fabriceert een gouden reliekenkist voor de heilige.
Gemummificeerde hand
Een gemummificeerde hand van Quintinus wordt in een glazen reliekhouder tentoongesteld. Naar het schijnt zijn de gaatjes waar eeuwen geleden de metalen pinnen de heilige vingers hadden doorboord nog steeds zichtbaar De relieken van Quintinus trekken eeuwenlang veel pelgrims. Met de vondst plaatst bisschop Eligius het plaatsje op de kaart. Het wordt zelfs genoemd naar de heilige. Eligius wordt later eveneens heilig verklaard. Tegenwoordig is de heilige voornamelijk bekend om de horrorexecutie en de lugubere vondst van zijn overblijfselen. Een verhaal dat prima past bij een dag als Halloween.