Deze diepe wens ontsproot uit het brein van Joop den Uil zaliger in de vorige eeuw. Het einddoel van deze ingeving is bijna bereikt. Vlak na de Tweede Wereldoorlog was het bezit van een auto een ongekende luxe. Je woonde al op stand als een buur van twee huizen verderop een oud vehikel met oorlogsverleden had weten te bemachtigen. Er is wel wat veranderd sedertdien.
Begin van deze eeuw tuffen er al ruim elf miljoen voertuigen rond, waarvan de helft al meer dan tien jaar oud is. Ik ben van vlak na WO II en herinner mij dat mijn pa in 1953 een tweedehands Ford Prefect van 1949 bij de lokale garageboer kocht. Dat was een hele beleving! Het apparaat bleek een truttenschudder avant la lettre. Er zat speling op het stuurhuis, slijtage aan de fuseepennen en de spoorstang was ook niet meer je van het.
We maakten wereldreizen, voorbeeld: van Rotterdam naar Breda. Van zo’n reis thuisgekomen vertelde ik vol trots aan ma dat pa wel 70 kilometer per uur had gereden! De toenmalige A16 was nog een tweebaans klinkerweg en dat gaf aanleiding tot enorme trillingen in het voertuig. Het stuurwiel begon ongecontroleerd te trillen, mijn pa had zijn handen vol aan het bedwingen hiervan, maar het was bij tijden zo ernstig dat ook zijn kunstgebit begon mee te klapperen!
Mijn oom Henk woonde in Heerlen en de wegen daar omheen waren destijds zo beroerd dat pa de reis daarheen niet aandurfde. Om die reden heb ik oom Henk ook nooit gezien. In die tijd bracht pa mij ook wel eens per auto naar de lagere school. Eén straat voor de school vroeg ik om mij af te zetten, omdat ik mij kapot schaamte als ik in die schuddende schicht werd gezien door klasgenoten. In 1955 werd de Ford ingeruild voor een Opel Kapitän van 1952. Volgens pa was dit een snelle jongen, die alles voorbij reed behalve benzinepompen. Het slurpende geluid uit de brandstoftank overheerste bijna het motorgeruis.
Terug naar het heden. Nederland is geheel geasfalteerd, we rijden in moderne auto’s met een techniek waarvan de modale berijder geen zak verstand heeft. De brandstofprijzen rijzen de pan uit en schieten in 2024 door naar 2,50 euri! In mijn jeugd was dat in de jaren 50 slechts 65 cent, ofwel 29 eurocent, per liter. Nog een paar jaar en dan moet iedereen in zo’n elektrische bak gaan rijden in de zorgwekkende wetenschap dat zich onder zijn zitvlak een accupak c.q. potentiële brandbom bevindt. Leuk vooruitzicht?