In de tijd dat Prinsenbeek bekendheid genoot om het muzenzand van de heilige Gertrudis konden mensen die aan ernstige jicht leden terecht in de Betuwe. Daar bivakkeerde de Ierse heilige Werenfridus. Om precies te zijn in het gebied rond de dorpen Westervoort en Elst. De plaatsjes zijn gelegen aan de Rijn en de Linge, iets ten oosten van Arnhem.
De Ier Werenfried kwam in 690 samen met Willibrordus naar Friesland om de heidenen te kerstenen. Vanuit Friesland trok hij naar het zuiden en belandde in de streek die tegenwoordig de Betuwe wordt genoemd. Hij verbleef in Westervoort en in het tien kilometer verderop gelegen Elst. Via de oude Romeinse wegen was reizen tussen deze plaatsen geen probleem.
In Elst stond een grote vervallen Romeinse tempel die makkelijk was om te bouwen tot een christelijke kerk. Daarom genoot Elst de voorkeur van de Ierse gebedsgenezer.
Jicht
Werenfried had de gave om met handoplegging gewrichtspijnen te kunnen verzachten. Vooral ontstekingspijn ten gevolge van jicht. De heilige had ook ontdekt dat brandnetelthee een goed middel was om deze pijn te verzachten. Wat hij niet wist is dat brandnetels het lichaam helpen te ontzuren. Jicht ontstaat als urinezuur niet goed wordt afgevoerd uit het lichaam. Het urinezuur vormt dan urinezuurkristallen die zich in de gewrichten en pezen afzetten. Dit geeft heftige ontstekingen. Rode en gezwollen gewrichten maken de patiënt het leven moeilijk.
De gave om patiënten met jicht te kunnen helpen, was voor Werenfried een bijkomend voordeel bij zijn missionariswerk. Hij verwierf in de wijde omgeving bekendheid en werd populair.
Bootje
Werenfried stierf in Westervoort op 14 augustus 760 een natuurlijke dood. De missionaris had aangegeven dat hij het liefst in Elst begraven wilde worden. Maar zowel Elst als Westervoort wilde de befaamde genezer in hun plaats begraven. Een heiligverklaring lag in het verschiet en pelgrims brachten geld in het laatje. Via de Rijn en de Linge zijn beide plaatsen goed en makkelijk bereikbaar. Zeker in die tijd een bijkomend voordeel. Daarom werd besloten dat de overledene in een onbemand bootje op de Rijn zou worden gelegd. Waar het bootje zou aanmeren kwam de begraafplaats.
Het waaide hard die dag en het bootje met het lijk voer tegen de stroom in richting Elst. De mensen in Westervoort eisten daarom een nieuw godsoordeel. Besloten werd om het lijk op een onbemande ossenkar te leggen. Twee kalveren werden voor de kar gespannen en mochten op een oude Romeinse weg zelf de route bepalen. De bewoners van Westervoort speelden vals. De moeders van de twee kalveren stonden bij een boerderij luid te loeien om hun kroost terug te roepen. De kalveren bleken oud genoeg te zijn om de wereld te gaan verkennen en besloten toch om de richting Elst op te gaan. Het godsoordeel was geveld. Om de heiligverklaring te versnellen werd de tegenwind op de Rijn vergeten. Het tegen de stroom in varen van het bootje werd als eerste wonder opgetekend.
Botten
Het lijk van Werenfridus werd in een hardstenen sarcofaag bijgezet in de nieuwe kerk van Elst. De heiligverklaring bleef uit. In 925 besloot bisschop Balderik een dijbeen waar nog wat ingedroogde vleesresten aan vastzaten uit de sarcofaag weg te nemen.
Patiënten met jicht en aanverwante klachten werd geadviseerd naar Elst de reizen. Jichtpatiënten stonden en lagen in de rij om met het bot uit de sarcofaag hun ontstoken huid te laten masseren. Huidcontact van de ingedroogde heilige vleesresten was het populairst. Deze behandeling moest in combinatie met een brandnetelkuur verlichting geven. Uiteraard bleven de wonderen niet uit. Elst werd hierdoor een bedevaartplaats en floreerde als nooit tevoren.
Museum
Tegenwoordig is een deel van de Romeinse weg in Elst door archeologen opgegraven. Op de oude weg staat een kunstwerk van staal in de vorm van een ossenwagen die is aangespannen met twee runderen. Aan de oever van het riviertje de Linge zijn metalen kunstwerken te bewonderen van een stilistische boot en een heilige die aan een speculaaspop doet denken. Onder de vloer van de grote kerk in Elst zijn indrukwekkende fundamenten van de Romeinse tempels en de oorspronkelijke kerk te bewonderen. De monumenten staan onder bescherming van UNESCO.
Nog meer Romeinse overblijfselen zijn bij een winkelcentrum te zien. De basis van een grote Romeinse tempel is op een groot plein gereconstrueerd. Onder de dorpskerk is het onderste deel van de oorspronkelijke Romeinse tempel te bewonderen. Het culturele goed staat onder toezicht van UNESCO. Voor de wandelaars is de heilige Werenfridus geïntegreerd in een 150 kilometer lange wandelroute die door de Overbetuwe is uitgezet. Het portaal van de Werenfriduskerk in Elst is daarbij een van de stops. De tocht heet ‘de wegen met zegen’ en Werenfridus staat er centraal. De botten van de heilige zijn tijdens de reformatie verloren gegaan. Gelukkig zijn er nog genoeg brandnetels beschikbaar om thee van te trekken.