Voor veel mensen betekent Pinksteren een extra vrije dag na het weekend. In 1967 werd het Pinksterweekend bezongen door Leen Jongewaard en André van den Heuvel. Hun evergreen ‘Op een mooie Pinksterdag’ heeft er voor gezorgd dat dit weekend wordt geassocieerd met mooi lenteweer en het maken van een mooie uitjes. Maar waar komt Pinksteren vandaan?
Op de zevende zondag na Pasen wordt herdacht dat op de berg Zion, een heuvel ten zuidwesten van Jeruzalem, in een bovenzaal van een gebouw een grote groep volgelingen van Jezus bijeenkwam. Centraal stonden er Maria en de apostelen. Zij vierden daar het Joodse Pinksterfeest Sjavoeot waarin herdacht wordt dat Mozes van God de stenen tafelen kreeg op de berg Sinaï.
Vurige tongen
Tijdens de viering van dit Joodse Pinksterfeest daalde volgens het verhaal de Heilige Geest over Jezus’ volgelingen neer. Ze raakten daardoor geïnspireerd, spraken ineens diverse vreemde talen en waren gereed om als missionarissen het geloof te gaan verspreiden. Ze werden bevangen door de Heilige Geest die in de kunst wordt afgebeeld als een duif die uit de hemel komt aangevlogen. In het oude Egypte stond een vogel symbool voor de menselijke ziel, de geest die denkt. De duif in het Christendom staat symbool voor het goddelijke intellect.
In kerken is daarom op het plafond van de preekstoelkap, het klankbord, vaak een duif afgebeeld. De geestelijke die in de preekstoel zijn verhaal vertelt aan de bezoekers in de kerk doet dat geïnspireerd, als door een goddelijke kracht gedreven. Vandaar de afbeelding van de Heilige Geest in de vorm van een duif op het klankbord. Evenals in het Pinksterverhaal vliegt de duif dan boven het hoofd van de geestelijke.
Het draait er in het Pinksterverhaal om dat een deel van dit goddelijk intellect werd ingeplant in de hersenen van Jezus’ volgelingen. Daarom konden zij ineens spreken in vreemde talen die zij nooit hadden geleerd. Zij ontvingen ook het talent van een redenaar en een denker en waren in staat een politicus onder tafel te praten. Alles rondom het christelijke geloof.
Boven de hoofden van de volgelingen worden in de kunst vurige tongen of vlammetjes afgebeeld die symbool staan voor de drive en de energie om het christelijke geloof te gaan verkondigen. Ze konden niet meer wachten om eropuit te trekken. De kleur rood betekent energie en de warmte is de passie om heidenen te gaan bekeren. Omdat bij spreken de tong nodig is, zijn boven de volgelingen vlammen afgebeeld die aan bewegende tongen doen denken.
Inspiratie
We leven in een tijd waarin wij veel dingen om ons heen in snel tempo zien veranderen. Dat vereist een goed aanpassingsvermogen om in de moderne maatschappij mee te kunnen blijven draaien. Voor jezelf de tijd nemen om deze dynamiek te overdenken is belangrijk. Je blijft dan met beide voeten op de grond. Het Pinksterweekend is een mooie gelegenheid om even na te denken over je leven en de wereld om je heen. Om geïnspireerd te raken en daardoor anderen ook te kunnen inspireren. De duif en de vurige tongen van Pinksteren zijn hiervoor een prachtige metafoor. Daardoor is Pinksteren juist in onze moderne wereld het symbool geworden van het belang van communicatie. Het overbrengen van kennis.