In een groot deel van de Haagse Beemden werd in de middeleeuwen veen afgegraven. De naam Moerenpad herinnert nog aan die activiteiten. De kleur van veengrond varieert van zwart tot roodbruin. Het bestaat uit dunne laagjes plantenresten, voelt sponsachtig aan en het is drassig. Soms worden er goed geconserveerde delen organisch materiaal in gevonden.
In het dorpje Niervaert, het tegenwoordige Klundert, werd rond het jaar 1300 ook turf afgegraven. Turfsteker Jan Bautoen vond tijdens het turfsteken een rond hard hostieachtig voorwerpje. Toen de pastoor er met een priem maar liefst vijfmaal in prikte, het getal dat overeenkwam met de heilige wonden van Jezus aan het kruis, kwam er roodbruin vocht uit. Bloed volgens de gelovigen. Er bleven nadien vijf rode stipjes op het ronde voorwerp staan. Reden voor een wonder. De bloedende hostie! Een geldmachine was geboren.
Dreigwonder
Er reisden veel pelgrims naar Niervaert. Als je acht keer achtereenvolgend de hostie bezocht verwierf je een aflaat. Je hoefde dan niet naar de hel. Toen ter controle een magistraat uit Luik de hostie op brute wijze wilde controleren door met kracht het voorwerp te doorboren met een pin begon de hostie wederom flink te bloeden. Dat was een dreigwonder. Het bracht nog meer geld in het laatje.
Het in bezit hebben van een wonderlijk voorwerp was in financieel opzicht van groot belang voor het dorp en de directe omgeving. Het trok pelgrims aan die veel geld meebrachten. De miraculeuze hostie werkte als een geldmachine. De pelgrims moesten overnachten, kochten pelgrimsinsignes, aten, dronken en kochten allerlei zaken. De lokale economie floreerde.
Ook de kerk vaarde wel bij de donaties van de vele gelovigen die om allerlei redenen het bedevaartsoord bezochten.
Niervaertommegang
Niervaert was gelegen aan het huidige Hollandsch Diep. Het dorp werd regelmatig geteisterd door ernstige wateroverlast. Daarom werd het miraculeuze voorwerp anderhalve eeuw later naar de Grote Kerk in Breda overgebracht om te voorkomen dat deze met een overstroming ten onder zou gaan. De pelgrims moesten in Breda gevoed worden. Het voedsel werd aangevoerd vanuit het platteland. Dus ook Beek en de Haagse Beemden profiteerden in die tijd mee van de welvaart. Bewoners van de Haagse Beemden en Prinsenbeek liepen eeuwen lang mee in de jaarlijkse Niervaertommegang. Dat was een processie waarbij de wonderbaarlijke hostie plechtig en met veel vertoon meegedragen werd.
Tijdens de Beeldenstorm rond 1566 werd de hostie volgens de legende ergens in de Grote Kerk verborgen. Na ruim 450 jaar is het miraculeuze voorwerp nog steeds niet gevonden. Er werden zelfs paragnosten en helderzienden bijgehaald. Maar de hostie liet zich tot op heden niet meer zien. Boze tongen opperden dat een beeldenstormer in blinde woede de hostie heeft opgegeten.
Meer waarschijnlijk is dat de kostbare hostie samen met bijzondere kostbaarheden zoals reliekhouders, wierookbranders, processiekruizen en kelken van edelmetalen in een loden kist is verborgen in een diepe leemput langs het Goudenmuntenpad in de Haagse Beemden. Omdat de poel diep was met stijl naar beneden aflopende wanden was het gevaarlijk voor kinderen. Ouders vertelden hun kroost dat het er spookte. Er zouden op mistige schemerige tijden zwarte katten rondom de put dansen. Hekserij! Omdat de put werd geassocieerd met een wiel kreeg de poel in de loop der tijden de naam heksenwiel. Maar met hekserij en een wiel had de leemput niets van doen. Een wiel wordt gevormd naast een dijk die bij hoog water lek slaat. Het gat in de dijk zorgt voor een krachtige waterval die in het achterliggende land een diepe plas vormt. Omdat de rivier de Mark tamelijk ver verwijderd is van het Heksenwiel is op deze locatie nooit sprake geweest van een dijkdoorbraak. De bloedende hostie is na ruim drieënhalve eeuw teruggekeerd naar het veen en leem.
Het wonder van de hostie was niet beperkt tot Niervaert. In drieëndertig steden van de Benelux zijn in de periode 1160 tot 1520 hostiewonderen opgetekend. Bij een van die voorvallen, in 1360, doorboorden zes vandalen in Brussel een aantal gestolen hosties met messen. Deze hosties begonnen spontaan te bloeden. De daders werden betrapt en levend verbrand.
Sinds 2015 wordt de oorspronkelijke Niervaertprocessie weer jaarlijks herdacht. Dan wordt in het Begijnhof op de zondag na sacramentsdag, de tweede zondag na Pinksteren, een stille omgang georganiseerd.
Dat bloedende hosties niet alleen tot het verleden behoren blijkt uit een merkwaardige gebeurtenis in Aalst. Daar kleurde in juli 2016 een twee eeuwen oude hostie die gevat was in een met tin verzegelde monstrans , afkomstig uit Nijvel, in het bijzijn van getuigen spontaan rood. Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat de historische hostie ooit gemaakt was van tarwe en water.
Hoe en wat de hostie rood kleurde kan niet bevestigd worden. Een schimmel, bacterie of verf is niet de oorzaak. Tijdens een van de jaarlijkse Nassaudagen werd het wonder van de hostie door de reënactmentgroep GeA-educatie & fantasy uit de Haagse Beemden op een ludieke manier uitgebeeld. De (fantasy)hostie werd, misschien wel voor de allerlaatste keer, door de stad gedragen.