Deze week: onderdelen uit een interview van de oma van Lena uit H5.
Ik was eigenlijk benieuwd of er bepaalde bewegingen waren, zoals kraakbewegingen waar jij ooit iets mee, of jij daar ooit mee in contact bent geweest, of dat je er iets van hebt gemerkt?
Ja. Ik ben er wel mee in aanraking gekomen, maar nooit… Ja, feministisch, min of meer. Jawel, ja. Nou ja, kraakbeweging kwam ik wel mee in aanraking, maar nooit zelf, maar feminisme wel, want ik heb in het vrouwenhuis… Ik ging regelmatig naar het vrouwenhuis. Dat bestaat nou allang niet meer, en daar heb ik zelfs in de coördinatiegroep gezeten. Maar daar vond ik helemaal niks aan. Ja, dan moet je… Ik wist niet eens wat ik er deed. “Wat coördineren wij nou”, dacht ik, snap je? Ik kon bij die vergaderingen zijn, maar ik vond er niks aan. Dus ik heb het geloof ik een jaar volgehouden. Want ik zat toen ook op de sociale academie, en daar discussieerden we wel. Over feminisme, de vrouwenbeweging.
En hoe ver ging dat dan?
Poeh! Nou, dat je op een gegeven moment hele radicale ideeën had. Ik ben daar ook wel een beetje van teruggekomen. Maar die ideeën… Ik heb nooit op de barricades gestaan, hoor. Wel in discussies gezeten. Met klasgenoten, met vrienden… Oh ja! Ik heb in een vrouwen… in een stamgroep gezeten, of zoiets. En wij noemden dat kortweg ‘STOEP’. De ‘St’ van STeun, en de ‘OE’ van OEfenen. En de P… Ja, dat weet ik niet meer. (Lachend) Oh ja, de ‘P’ van ‘groeP’ natuurlijk! Steun- en oefengroep!
Dan had ik nog een open vraag zelfs, of je nog bepaalde doelen had, dromen, of… dat soort dingen die je nog wilde bereiken?
(Lachend): Nou, welk jaar? Ik was natuurlijk heel jong moeder, maar ik zat op een kunstacademie. Nou ja, toen noemden we dat de kunstacademie, maar ik zat eigenlijk op LO-tekenen [Lerarenopleiding] omdat ik van mijn moeder, moest ik eigenlijk… we moesten allemaal onderwijzer worden. Ik vond het niet zo gek dat ze ons juist wilde laten studeren, want dat wilde wij zelf ook, in feite. Maar ik had niet per se tekenleraar willen worden. Ik vind mezelf daar nog steeds niet geschikt voor. Ik bedoel, het onderwijs interesseert me wel, maar het moet wel bij je passen. En ik vond het praktische… het schilderen en het tekenen vond ik erg leuk, toen in Tilburg. Maar het studeren, ja, dat kwam er nog bij. En ik dacht: “Het is gewoon te veel!” En ik had er geen zin in, om wat voor reden dan ook. Het kan ook wel een oorzaak hebben van vroeger, hoor, want alles ging mij ook makkelijk af, tot een bepaalde leeftijd. Ik was de beste van de klas, of ik hoorde bij de beste van de klas, maar ik deed niet veel. Op de lagere school deed ik nog wel wat. Ik vind het heel vervelend dat ik dat tegen jou moet zeggen.
Dus ik kon dankzij mijn MMS (Middelbare Meisjesschool)-diploma wel uiteindelijk naar de sociale academie. Want ik wou natuurlijk eigenlijk schilderen, of ik wou kunst maken, of tekenen… Wat ik er precies mee wilde worden, dat wist ik ook niet. Achteraf is het niet zo erg dat dat niet zo doorgegaan is, want kunstenaar zijn is gewoon een moeilijk beroep. En daar ben ik eigenlijk ook… daar heb ik te weinig ambitie voor. Ik vind het leuk om met mensen samen in een groep te schilderen of te tekenen, en vooral les te krijgen, net alsof ik nooit uitgeleerd ben. Maar mijn droom was eigenlijk kunstenaar worden, maar dat was geen echte… geen goede droom. Snap je?
Heb je in het Rijksmuseum ook een favoriete schilderij, of werk?
Nou, als ik aan Rembrandt denk, dan denk ik meteen aan het Joodse bruidje. Dat vind ik een van de mooiste schilderijen die er ooit zijn gemaakt. Prachtig. Als je dat in werkelijkheid ziet, dat heb ik dan, hè, ik voelde het gewoon in mijn buik. Fantastisch. Oh, dat raakte me zo. Zo bijzonder. Ik denk dat Rembrandt zichzelf geschilderd heeft. Het heet het Joodse bruidje, maar de vrouw waar hij van hield, dat hij… Want het is zo liefdevol. En dat raakte mij heel erg. Maar dat zie je niet op een plaatje. Dat zie je alleen maar als je het in het echt ziet. Tenminste, ik zie dat. Maar ik had het al eerder gezien, maar toen kwam het niet zo binnen. Maar de laatste keer dat ik het zag, oh. Ja, ik weet niet hoe veel jaar geleden dat is, hoor, maar… Oh, zo geweldig. Nou, als het me raakt… Ik vind het ten eerste heel mooi geschilderd, en qua kleur, en qua toetsen… Het is echt, echt niet te geloven. Volgens mij kan de Nachtwacht… Ik bedoel, het is wel knap, en het is misschien ook heel goed, maar daar kan de Nachtwacht… Nou ja, tenminste, dat gevoel dat ik had bij het Joodse bruidje heb ik nooit bij de Nachtwacht gehad.
Heb je daar ook inspiratie uit gehaald, uit zijn werken, met je eigen schilderen?
Nou, meer het kleurgebruik misschien. Maar ja, goed, daar kan je niet aan tippen, natuurlijk. Daar kan niemand aan tippen. Maar het vrije tekenen, of schetsen wat ik van hem gezien heb, niet zozeer zijn manier van tekenen, maar zijn vrije… dat vrije.
Tijdgenoten van hem, die… Er is er geen één die zo vrij tekende, of etste, of schilderde als hij. Ja, er is nog een mooie, groot kunstenaar, en er zijn mensen die dat de beste schilder vinden. Maar ‘beste’, dat is ook zo moeilijk. Johannes Vermeer vind ik ook fantastisch.
In het Louvre ben ik één keer geweest, daar had ik ook vaker willen zijn. Ik heb wel een boekje van het Louvre, dat heb ik daar heb gekocht. Oh, en ik ben ook in Florence geweest, in Italië! Oh, Uffizi! Toen was ik ouder, hoor. Dat was ook zo fantastisch. Nee, ik kan wel aan de gang blijven, joh. En bij Centre Pompidou was ik het meest onder de indruk van moderne collages en kubistische schilderijen van Picasso. Moet ik eerlijk zeggen. Dan zag je gewoon dat hij pakpapier had geplakt, als het een collage, of als het gemengde techniek was, en dan kon je het zo van dichtbij zien, en ik denk: “Oh! Stukje krant, stukje blaadje…” Maar zo goed gedaan. Zo’n goede compositie. Hij is niet voor niets beroemd geworden, hè. Dus Picasso, kan ik me herinneren. En het Uffizi kan ik me ook herinneren… Ah, waarvan het ‘Rembrandtlicht’, ik weet niet of hij in Italië is geweest in die tijd, want dan moest je toch met koetsen en zo op en neer. Maar het, hoe noemen ze dat licht ook alweer? Dat ben ik even kwijt. Clair-Obscur, of zo? Het zwart en het donker, het zwart en het licht…
Oh ja, ik weet opeens namen. Titian, Tintoretto, die heb ik dus ook gezien. En als je dat in het echt gezien hebt, dan, ja… Meerdere beroemde, hoor, daar kan ik niet zo gauw opkomen. Maar dan… Ja, dat is ook heel bijzonder.
Nou, ik ben moe. (Allebei lachend stoppen we met het interview)
Naschrift: Mijn oma is schilder, en een fantastische ook nog! Daarom heb ik een paar van haar werken die bij de expositie van een familiereünie hingen toegevoegd.