Graaf Engelbrecht, Sterke karakters (2)

27 april 2022     Redactie leerlingen van Graaf Engelbrecht

 

De opa en oma van Annemieke uit H5 zijn allebei op een boerderij geboren. Ze komen beiden uit een gezin van vier personen. Vader, moeder en twee kinderen. Net als oma had ook opa een broer. Net als opa is ook oma niet streng opgevoed.

 

We beginnen met oma’s loopbaan. Oma heeft geen opleiding gevolgd. Ze moest voor haar zonen zorgen. Opa verdiende genoeg. Vaak hebben mensen van onze leeftijd een bijbaantje, dit had oma niet. Wel hielp ze haar vader in de boomgaard pruimen te plukken als het erg druk was. Oma’s eerste echte baantje was in een winkel, hierna werkte ze bij de gemeente. Ten slotte was ze directiesecretaresse.

 

Opa studeerde scheikunde in Delft. Hij werd wetenschappelijk researchmedewerker in Vlaardingen. Hierna was hij assistent op het hoofdkantoor. Daarna hoofd van het ontwikkelingslaboratorium, toen bedrijfsleider Nederland en uiteindelijk bedrijfsleider Duitsland. Daarom is het gezin toen verhuisd.

 

Oorlog

Opa en oma weten niet veel van de oorlog af. Toen deze begon was opa vijf jaar en oma veertien dagen oud. Ze woonden beiden in de polder. Ze moesten verhuizen omdat de polder ter verdediging onder water was gezet.

 

Oma weet nog dat je radio’s moest inleveren, maar thuis hadden ze er nog een, verstopt tussen de verdiepingsvloer. Er was in het dorp een politieman ‘Van Kerk’ die altijd kwam luisteren naar deze radio. Toen hij werd opgepakt en doodgeschoten was oma bang dat haar ouders waren verraden, maar dit was gelukkig niet zo.

 

Opa zag de bombardementen in Rotterdam op 10 mei 1940. Hij zag rookwolken en neergeschoten soldaten aan een vliegtuig hangen. Dit lijkt mij iets te zijn dat je nooit meer van je netvlies kan krijgen. Doordat de polder onder water stond moest opa twee keer naar een andere school en is hij twee keer verhuisd. Opa wist niks van de Jodenvervolging. Ze wisten dat ze naar werkkampen gingen, maar niet dat ze vergast werden. Dit kwam doordat radiobezit strafbaar was en de krant vol stond met censuur. Je kon ook niks weten.

 

De oorlog eindigde met een bevrijding. In opa’s dorp, het was eigenlijk een eiland, stonden de inwoners klaar met een erepoort voor de bevrijders. Alleen zijn de bevrijders er nooit geweest. Daarnaast vertelde opa dat er bij zijn dorp gevochten werd. Aan de ene kant had je de geallieerden en aan de andere kant de derde rang Duitse soldaten. Gelukkig is het er niet uitgebarsten tot een zware strijd.

 

Watersnoodramp

De watersnoodramp staat opa nog heel goed bij. Het was 30 januari 1953, opa was zeventien jaar en zat in de vierde klas van de middelbare school. Eigenlijk zou hij die avond met een vriend naar de bioscoop gaan. Alleen waaide het te hard, dus besloten ze niet te gaan. Opa fietste over de dijk terug naar huis. De volgende ochtend, 31 januari 1953 werd hij wakker gemaakt door zijn ouders. Het water was in huis gekomen en ze moesten naar het hoogste gedeelde van het huis gaan; de zolder.

 

Niemand wist dat dit zou gebeuren, niemand was voorbereid. Opa’s broer zou die dag zijn verjaardag vieren, dus ze hadden een taart die de bakker al had gebracht. Opa leefde in deze tijd op de boerderij. Samen met zijn vader heeft hij twee varkens naar de zolder gedragen. Dit kon omdat de varkens op hooibalen zaten. De koeien en de paarden zijn aan hun lot overgelaten. De twee paarden hebben het gered, terwijl de koeien allemaal zijn verdronken.

 

De jeugd van opa en oma

Ik was erg benieuwd naar wat opa en oma allemaal deden in hun jeugd omdat dit natuurlijk door technische ontwikkelingen erg veranderd is. Als ze vrije tijd hadden en het niet regende waren ze altijd buiten. Ze speelden tikkertje, knikkerden, voetbalden, tolden of liepen op stelten. Als het wel regende dan puzzelden ze of maakten ze tekeningen.

 

Vroeger had je ook het uitgaan maar dit was anders. Een keer per week had je dansles, je ging hier als meisje heen met een groepje vriendinnen en als jongen met een groepje vrienden. Oma zei dat je het kan vergelijken met een discotheek. Het was een grote zaal met aan de zijkant tafels en in het midden een dansvloer. De jongens vroegen toen een meisje ten dans en zo ging dat. Ook vroeg ik naar oma’s vriendjes. Een vriendje was een jongen die je thuisbracht na het dansen.

 

Welke sport hebben opa en oma gedaan? Oma zat op gym. Opa zat niet op een sport. Hij voetbalde met zijn vrienden en schaatste iedere winter op het ijs. Opa heeft een tocht geschaatst van Amsterdam naar Enkhuizen en terug. Deze tocht was 95 kilometer.

 

Shoppen

Ik vroeg aan oma of zei ook wel een ging shoppen met vriendinnetjes, omdat ik dat nu weleens doe. Ze ging niet zomaar naar de stad. Ze deed dit twee keer per jaar en dan kocht ze nieuwe jurken. Dit kon ook wel in haar dorp, maar de stad had meer winkels. Ze moest dan met de fiets naar het station en hierna met de trein naar de stad.

Oma vertelde dat ze vroeger alleen rokken en jurken droeg. Broeken waren voor mannen bedoeld. Wel had ze houtje-touwtje schoenen die toen erg hip waren.

 

Corona

Opa en oma hielden zich netjes aan de regels. Ze hadden er geen last van omdat ze nog wel konden fietsen en wandelen en ze hadden een tuin. Ze waren niet eenzaam omdat ze elkaar hadden en twee katten, dit zagen ze als afleiding. Ik vroeg of ze wisten wat Microsoft-Teams was. Dit wisten ze maar ze hebben het nog nooit gedaan. Wel hebben ze gebeld via Whatsapp. Het nadeel van corona was dat je verjaardagen niet normaal kon vieren. Het heeft ze wel de ogen geopend voor klimaat en voor dieren, omdat de ziekte van dier op mens is overgegaan.

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven