Streekheiligen - Gertrudis (1)

17 maart 2022     Redactie en fotografie Geert Dekkers

 

In de middeleeuwen werd de bevolking met dezelfde problemen geconfronteerd als tegenwoordig. Pech onderweg, ziektes en ongedierte zijn van alle tijden. Moderne middelen zoals navigatie, goede medicijnen en bestrijdingsmiddelen zijn nog niet zo lang beschikbaar. Een paar eeuwen geleden waren er gelukkig de heiligen.

 

Als je in de kerk maar genoeg offerde en bad kon je de nodige bijstand van boven worden geschonken. Als je onvoldoende werd geholpen lag dat ongetwijfeld aan je devotie en de hoeveelheid offergaven. Gierigheid was een zonde die op die manier ondubbelzinnig werd bestraft. Iedere heilige bood hulp bij bepaalde problemen. De Heilige Gertrudis van Nijvel hielp uitstekend in tijden van muizen- en rattenplagen. In en rondom Prinsenbeek was haar hulp extra krachtig omdat ze er ooit persoonlijk voor een wonder had gezorgd. Prinsenbeek werd daardoor een bedevaartsoord.

 

Wie was Gertrudis?

Gertrudis was een mooi, bevallig meisje van rijke komaf. Ze werd in het jaar 626, in de Merovingische periode, geboren in het Belgische Nijvel, ten zuiden van Brussel. Haar moeder Ida was al heilig. Haar vader, Pepijn van Landen, was hofmeier en een van zijn nazaten was Karel de Grote. Een hofmeier was een man die aan het hof van de koning de goederen onder zijn beheer had. Daarom werden de hofmeiers in loop der tijd steeds machtiger. Zo ook zijn afstammelingen. Uiteindelijk grepen ze zelf de macht, zoals Karel, die later ook heilig verklaard werd. De zus van Gertrudis, Begga, wist ook al snel de heiligenstatus te bereiken.

 

Losbol

Haar broer Allowin was een doorn in het oog van zijn familie. Allowin was een knappe, sexy losbol en verdiende wat bij in de slavenhandel. Met zijn vrouw kreeg hij een dochter, Adeltrudis, die ook al snel heilig werd. Toen Allowins vrouw stierf had het leven voor hem geen zin meer. Zijn moeder, de heilige Ida, zorgde ervoor dat Allowin voor het geloof koos. Hij veranderde zijn naam in Bavo en liet zich levend inmetselen in een kluis in het Belgische Mendonk. Alleen via een kleine opening onderhield hij contact met de buitenwereld. Hij werd razend populair. Met name zijn pijnlijke, terminale ziekbed trok veel bekijks. Hij werd Sint Bavo.

 

 

Een opmerkelijke familie

Gertrudis’ vader wist het niet verder te schoppen dan Zalige. De dynastie ten tijde van Gertrudis is in Turnhout rondom het hoogkoor van de Begijnhofkapel in glas-in-loodramen afgebeeld. Gertrudis was veel rustiger dan haar wilde broer.

 

 

De moeder van Gertrudis, Ida, stichtte met behulp van haar vermogen een abdij en zij zorgde ervoor dat haar dochter Gertrudis daar op 20-jarige leeftijd de leiding kreeg. Ze werd abdis, moeder-overste. Als novice was ze getrouwd met Jezus. Die had ze verkozen boven een gearrangeerd huwelijk met een vermogend man. Gertrudis was liever arm dan rijk, hoewel de kloosters in die tijd niet armlastig waren.

Zeker het klooster in Nijvel was een veilig en mooi verblijf, maar het ging uiteraard over de instelling en het gedrag van de kloosterbewoners. Het Audrey Hepburn-achtige meisje was populair in het klooster. Gertrudis was slim en leergierig. Dankzij haar hoge stand was ze geschoold en had ze kennis gemaakt met boeken en wetenschap. Als abdis had ze toegang tot een bibliotheek en alle toenmalige kennis. Ze zorgde ervoor dat ook de novicen goed geschoold werden.

 

Gertrudis was lief, hield van streng vasten en liep het liefst rond in een oud boetekleed. Door het vele vasten overleed ze op 33-jarige leeftijd aan anorexiaverschijnselen, zo rondom Pasen, tijdens de mis, in dezelfde leeftijd als haar fictieve echtgenoot Jezus. Ze stierf met een glimlach om haar mond. Haar sterfdag 17 maart werd bijgeschreven op de heiligenkalender.

 

Dit verhaal wordt morgen vervolgd.

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven