In deze coronacrisis zijn veel mensen eenzaam, in het bijzonder ouderen. Daarom hebben leerlingen van Graaf Engelbrecht interviews afgenomen bij deze ouderen om de eenzaamheid iets te verlichten. Deze keer nemen wij u mee in het verhaal van de oma van Evi.
Hoe groot was het gezin waarin u bent opgegroeid?
"Wij waren een gezin van vier personen. Twee ouders, mijn zus en ik."
Was er een religie in uw familie, was/bent u strenggelovig?
"Onze familie was rooms-katholiek, maar wij zijn niet strenggelovig opgevoed."
In wat voor huis woonden jullie?
"Wij woonden in een groot vooroorlogs vrijstaand huis. Dat was gebouwd door mijn vader en moeder en het had heel veel grond.
Hoe is de relatie met uw ouders, broers en zussen?
"De relatie met mijn ouders was prima voor die tijd, inmiddels zijn ze al een tijd overleden. De relatie met mijn zus was altijd goed, totdat zij een vriend kreeg. Toen liep de relatie stuk. Hij wist alles beter en was dus echt een betwetertje."
Werd u streng opgevoed en waarin merkte u dit?
"Ja, ik ben zeker streng opgevoed want bij ons thuis was alles: je MOET dit of dat. Bijvoorbeeld: vroeger had je geen koelkast, en dan was het tien voor zes en dan moest je nog naar het vleeswarenwinkeltje en daar MOEST je naartoe. Die vleeswaren moesten vers afgesneden worden, want anders was dat niet lekker. In die tijd hadden we dus geen koelkast. Ik had veel verantwoordelijkheden. ‘Dat doe ik niet’ bestond niet. Ook kreeg ik 2,50 gulden zakgeld en daar moest je alles mee doen."
Heeft u veel landen bezocht in uw leven?
"Alleen in Europa. Niet extreem buiten Europa. Beetje rond de boerengebieden. Een stuk of vijf, zes."
Wat vond u de mooiste of meest speciale plek?
"Oostenrijk, omdat dat land heel gemoedelijk is. Ik houd niet van het strand. Heel de dag in de zon liggen daar vind ik niks aan. Ik ga liever wandelen en de bergen in, iets gaan bekijken. De kerk in en een busreis maken, zo’n excursie, zoiets."