Identiteit (5) – Safwan Astitou

31 mei 2023     Redactie leerlingen Graaf Engelbrecht

 Burgerschap is een verplicht onderdeel van Graaf Engelbrecht in het lesprogramma. Bij het domein ‘identiteit’ hebben leerlingen interviews gehouden met grootouders. De diepgang en de besproken onderwerpen zijn ontroerend, grappig, herkenbaar, liefdevol en hebben de band tussen verschillende generaties versterkt. Deze week: onderdelen uit een interview van Safwan (havo 5) met buurman Rob.

 

Tijdens deze praktische opdracht interview ik mijn oudere buurman Rob. Ik stel een aantal vragen die ervoor gaan zorgen dat er een realistisch tijdsbeeld wordt gecreëerd over de huidige situatie en die in zijn jeugd.

 

Wat is uw naam, geboortedatum en geboortestad? Hoe groot was het gezin waarin u bent opgegroeid?

In wat voor huis woonden jullie? Hoe was het huishouden samengesteld?

Mijn naam is Rob Hakkesteeg, ik ben geboren in Den Haag op 11 oktober 1951. Ik ben opgegroeid in een portiekwoning samen met mijn twee zussen en mijn moeder. Mijn vader heb ik niet gekend omdat hij is overleden toen ik drie maanden oud was, dus mijn moeder nam alle taken op zich. Omdat mijn moeder veel taken op zich nam kwamen we in de armoede terecht, we konden hierdoor weinig dingen doen.

 

Hoe is de relatie met uw ouders, broers en zussen? Was er een religie in uw familie, was/bent u streng gelovig?

Werd u streng opgevoed, waarin merkte u dit? Wat waren bijzondere familieactiviteiten?

Zoals ik al net had aangegeven is mijn vader op jonge leeftijd overleden, dus hem kende ik niet echt, buiten de verhalen die mijn moeder me had verteld. Mijn moeder was een sterke, aardige vrouw die helaas op veel te jonge leeftijd is overleden. Ons moeder zorgde altijd goed voor ons en stond altijd voor me klaar. Mijn zussen spreek ik regelmatig, onze band is heel sterk en we komen regelmatig bij elkaar over de vloer.

Thuis kenden wij geen religie. Mijn moeder had wel een rooms-katholieke achtergrond, maar zo werden wij niet opgevoed. Ondanks dat wij thuis niet gelovig waren, hadden wij thuis wel een hele strenge opvoeding. Onze opvoeding kende veel regels. De norm die mijn moeder ons meegaf was altijd respect hebben tegenover anderen ondanks dat je diegene misschien niet mag. Echte familieactiviteiten hadden wij niet omdat wij het niet breed hadden. Wel deden mijn zussen aan vele sporten, samen deden we aan zwemmen (wedstrijdzwemmen en waterpolo). Hier lag ook mijn volle focus op.

 

Als we over uw jeugd beginnen, hoe heeft u deze ervaren? Hoe zag een typische dag in uw leven eruit toen u jonger was? Was u iemand die zich altijd aan de regels hield?

Mijn jeugd was een drukke gezellige tijd, ik focuste veel op school en sport. School was voor mij ontzettend belangrijk, ik zat altijd wel in de boeken. En als ik niet bezig was met school was ik bezig met sporten, ik wou de beste worden met zwemmen en dat kostte veel tijd. Mijn jeugd heb ik vooral als gezellig ervaren, want ik ging er veel met vrienden tussenuit ondanks ik dat veel tijd besteedde aan school en sport. Ik had weinig vrienden waarmee ik echt goed kon opschieten, met hen voetbalde ik op de markt. Ik wou vroeger altijd met die vrienden mee met de padvinders, helaas mocht ik nooit van mijn moeder met de padvinders mee.

’s Ochtends ging ik naar school en ’s middags waren wij vrij. Helaas moest ik vaak nablijven, omdat mijn vrienden en ik veel kattenkwaad uithaalden. Als we dan weg mochten gingen we voetballen of moest ik verder met zwemmen. Aan de regels hield  ik me et altijd. Ik haalde regelmatig samen met vrienden kattenkwaad uit in de buurt. Gepakt werden wij niet vaak. Als we gepakt werden kregen we flinke straf, maar nooit in aanraking gekomen met politie gelukkig.

 

Wat voor onderwijs heeft u gevolgd? Hoe belangrijk was onderwijs voor u? Wat waren uw studie- ervaringen?

Had u daarbij veel vrije tijd? Hoe besteedde u die vrije tijd?

Ik heb vroeger op lts gezeten waarna ik zowel mavo als havo heb afgerond. Voor beide opleidingen ben ik in een keer geslaagd. Hierna ben ik de koksopleiding gaan volgen omdat koken mijn hobby was. Toen ik was geslaagd voor de koksopleiding waren er weinig banen en heb ik twee jaar rechten gestudeerd, helaas niet afgemaakt. Daarna heb ik de opleiding elektrotechniek gevolgd en afgerond. Toen ik klaar was waren er voldoende banen en ben ik mijn droom achterna gegaan om te gaan werken als kok. Onderwijs was voor mij heel belangrijk, vooral voor mijn moeder was het belangrijk om jezelf hoog te scholen. Tijdens mijn studententijd had ik weinig tot geen vrije tijd. Ik wou nog steeds de beste worden in wedstrijdzwemmen en besteedde al mijn vrije tijd aan sport. Als ik vrije tijd had dook ik weer de boeken in.

 

De jaren 60 stonden bekend om de grote jeugdculturen in Nederland zoals de ‘nozems’ en later de ‘hippies’ en ‘punkers’. Merkte u iets van deze jeugdculturen? Hoe zou u uw persoonlijke stijl beschrijven toen u jonger was en hoe is dit veranderd? Heeft u een sport beoefend? Mocht u op zondagen sporten?

Ja zeker merkte ik hier iets van, zelf zat ik bij de hippies. Het was een geweldige tijd en iedereen was goed met elkaar, of je nou hippie of punker was iedereen kon goed met elkaar overweg. We kwamen altijd bij elkaar in de zelfde kroeg. Het enige wat verschilde was de kledingstijl. Bij ons in de kroeg luisterde iedereen dezelfde muziek. Mijn persoonlijke stijl is niet heel erg veranderd, de muziek die ik vroeger luisterde luister ik nu nog steeds. Vroeger was ik ook heel erg multicultureel, nu ben ik dat nog steeds. Ik hou ervan om verschillende culturen te proeven en bezig te zijn met de cultuur van anderen.

Sporten deed ik altijd, mijn vrije tijd besteedde ik ook altijd aan sporten. Ik beoefende veel sporten zoals wedstrijdzwemmen, waterpolo, volleybal en tennis. Vooral het wedstrijdzwemmen was het belangrijkste voor mij. Ik vond het leuk en was er het beste in. Het combineren van sporten en hippie zijn was af en toe wel moeilijk. Van mijn trainer moest ik drank vermijden en roken mocht ik niet omdat ik topsporter was. Op zondagen mocht ik gewoon sporten van mijn moeder, omdat wij thuis niet geloofden.

 

Werkte u vroeger? Wat voor werk was dat? Wat was uw beroep? Waarom bent u dit gaan doen? Welke belangrijke lessen heeft u geleerd tijdens uw carrière?

Vroeger had ik niet echt een bijbaan, vanaf mijn 17e ging ik me fulltime focussen op kok tot mijn 39e. Ik werkte 70 uur in de week. Daarna heb ik tot mijn 63e gewerkt als elektrotechneut. Koken was mijn hobby en dat was de grootste reden waarom ik dat ging doen. Natuurlijk deed ik het ook voor het geld, maar dat was voor mij niet de belangrijkste reden om te werken als kok. Omdat ik als kok op Europees niveau werd gevraagd door verschillende opdrachten maakte dat mijn werk extra leuk. Ik mocht in de mooiste Europese landen werken voor de beste restaurants. Hierdoor kreeg ik een bredere kijk op de wereld en proefde ik van verschillende culturen en kwam ik in aanmerking met andere normen en waarden dan we hier in Nederland kennen. Het belangrijkste wat ik meekreeg tijdens mijn carrière was dat hard werken beloond, ik werkte hard en ruim 70 uur in de week consistent. Dit resulteerde in succes en zo kon ik door Europa reizen om voor vele restaurants te werken. Daarnaast kwam ik in aanraking met vele culturen, waardoor ik van hen leerde. Ik merkte dat mensen anders met elkaar omgingen en ze stonden altijd voor elkaar klaar wat in Nederland minder was. In de andere landen waardeerden ze de kleinste dingen en daaruit haalde ik mijn inspiratie.

 

Bent u getrouwd? Hoe heeft u uw echtgenoot ontmoet? Heeft u kinderen daarmee? Hoe is de band met hen?

Ik ben in totaal drie keer getrouwd geweest, ik ben een keer gescheiden en de twee laatste vrouwen zijn helaas overleden. Ik heb mijn eerste vrouw ontmoet in de kroeg en de andere twee op de tennisvereniging. Met mijn eerste vrouw had ik een dochter gekregen, helaas is ze op jonge leeftijd overleden. Sindsdien heb ik geen kinderen meer gekregen. Mijn tweede vrouw had al een kind en ik werd daarom stiefvader van haar dochter. Met haar kon ik niet echt overweg. Zij kreeg later kinderen en met die kinderen kon ik enorm goed overweg, zij zagen mij als een opa. En ik was ontzettend gelukkig met ze. Helaas is onze band verslechterd en spreken wij elkaar niet meer wat ik enorm jammer vind, want de kleinkinderen mis ik wel enorm erg.

 

Bent u vaak verhuisd? Ging u vaak op vakantie? Hoeveel landen heeft u bezocht in uw leven? En waar ging u het meest naar toe? Wat vond u het mooiste/ de meest speciale plek?

Ik ben enorm vaak verhuisd, ik denk zelf zo'n negentien keer. Ik ben naar Breda, Groningen, Zeeland en Den Haag verhuisd. Omdat ik natuurlijk als kok werkte in het buitenland moest ik vaak verhuizen naar het buitenland. Hierdoor ging ik ook nooit op vakantie. Ik had helemaal geen behoefte en tijd om op vakantie te gaan. De tijd die ik doorbracht in Nederland waren altijd korte periodes van 2-3 maanden en daarna moest ik weer gaan werken in het buitenland. Ik was eigenlijk altijd wel op vakantie. In totaal heb ik zo negen landen bezocht in mijn leven, zoals Italië, Duitsland, België, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Spanje. Het meest ging ik naar Italië, omdat ik daar het meest heb gewerkt. Ik vond ik dat ook gelijk de mooiste plek. Ik werkte in Andorra. Vroeger was er niet heel veel toerisme, maar met de tijd werd de plek steeds populairder. Aan Andorra heb ik de meeste herinneringen.

 

Hoe heeft uw levensvisie zich ontwikkeld sinds uw jeugd? Hoe heeft de technologische ontwikkeling de manier waarop u leeft veranderd? Hoe heeft het coronavirus uw leven veranderd? Of is er niets veranderd?

Vroeger keek ik heel vrolijk en kleurrijk naar het leven, mensen waren onderling meer met elkaar bezig en konden elkaar allemaal respecteren. Er was meer sociale cohesie in de buurt en mensen gingen beter met elkaar om. Iedereen kende elkaar in de straat. Mijn visie is in de loop der tijd redelijk hetzelfde gebleven. Alleen mensen gaan nu slechter met elkaar om. Iedereen moet elkaar kunnen waarderen en elkaar met respect behandelen. Naar mijn mening speelt hier de technologische ontwikkeling een grote rol bij. Mensen zijn hierdoor meer met zichzelf bezig en kijken minder om naar anderen en de jeugd die kan niet zonder.

Door de komst van media kregen wij een breder beeld op de wereld. We krijgen nu nieuws vanuit de hele wereld dat me misschien niet interesseert; je wordt continu bestrooid met negatieve zaken. Voor mij is er buiten het beter communiceren met familie geen extra voordeel bijgekomen. Juist alleen maar nadelen. Het coronavirus heeft een grote impact gehad op mijn leven, door de lockdowns kon ik nauwelijks nog naar buiten om even te sporten. En de sociale contacten waren verslechterd. Als ik alleen was, was ik ook echt alleen en dat was enorm naar. Ook werden de medicijnen die ik gebruikte steeds moeilijker te verkrijgen, waardoor ik met een medicijntekort kwam te zitten. Gelukkig werd dit snel opgelost en had dit geen verdere gevolgen.

 

Heeft u nog dromen? Hoe denkt u over de hedendaagse jongerencultuur en de veranderingen die u heeft gezien in uw leven? Wat is het grootste verschil tussen de samenleving van nu en toen? Wat is de belangrijkste boodschap die u wilt meegeven aan de jeugd van nu?

Ik heb eigenlijk geen dromen meer. Ik heb het meeste al gedaan wat ik wou doen. Natuurlijk heb ik nog een soort bucketlist die ik af zou willen werken, zoals teruggaan naar Italië en Taiwan bezoeken, maar helaas is dit onmogelijk door mijn gezondheid.

De jeugd van nu heeft een gebrek aan respect jegens ouderen en de medemens. Vele jongeren kijken alleen nog naar zichzelf en niet naar de ande. Het is tegenwoordig alleen nog maar ik-ik-ik. Vroeger toen ik jong was kon dit gedrag niet door de beugel. Ik heb het idee dat de normen en waarden in deze samenleving sterk veranderd zijn en dit mede door de mobieltjes.

De belangrijkste boodschap die ik wil meegeven aan de jeugd van nu is dat ze meer naar elkaar moeten gaan omkijken en elkaar behandelen met respect. Daarnaast zeg ik tegen alle jongeren van nu: “Haal je diploma’s.”

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven