Henk zegt het - Vroeger

15 januari 2023     Redactie Henk Kooij – Foto Alex De Vliegere

Vroeger zei men: wijsheid komt met de jaren. Mijn eigen ervaring is dat het helemaal niet waar is. Naarmate ik ouder word, kom ik er steeds meer achter dat er waarschijnlijk wel een bepaalde wijsheid is, maar toch niet veel meer dan de gemeenschappelijke deler.

 

Vroeger kon men zeggen dat de wijsheid met de jaren komt. Maar ook dat de dood snel geregeld was. Eigenlijk was het zo, dat men niet kon ontdekken dat de wijze heel wat steekjes liet vallen. Dat handelingen niet helemaal volgens de aangeleerde regels verliepen. Ach, er werd wel opgemerkt dat de wijze eens een naam vergat of een woord verkeerd uit sprak. Dan kwam de mantel der liefde tevoorschijn en werd het ongemak onder het tafelkleed geveegd.

 

De dagen gaan meer op elkaar lijken, dat deden ze vroeger ook al. Om onderscheid te maken gaven we aan de dagen een naam. Nu ik niet meer in het arbeidsproces zit, gaan de dagen dus op elkaar lijken. Om het te vergemakkelijken noem ik alle dagen zondagen. En de krant helpt mij met een duidelijke aanwijzing hoe ik de dag dien te benoemen. Het is dan ook een vast stramien geworden en een discipline om dat te doen.

 

Aandacht maakt macht voor de beheersing van je eigen geest voordat die met je op de loop gaat. Daarbij komt er nog een ander voordeel naar voren, je hebt de tijd, of liever gezegd er is geen tijd als tijd op zich. Wel dat er nog afspraken worden gemaakt en daar hou je je dan ook aan. Genoteerd op de kalender van je iPod of computer. Die kalender word dan ook elke dag twee keer bekeken, ‘s morgens en ‘s middags om je er van te vergewissen dat je niets vergeet.

 

Dat houdt ook in, dat ik nieuwe informatie niet zo makkelijk meer opneem. Ja, ik doe wel nieuwe informatie op, maar dat heeft met het gekende te maken, zoals je beroep. Dan ook kom je tot de ontdekking dat het nieuwe woorden zijn die voor oude benamingen worden gebruikt, nieuwe woorden voor oude zakken. Die oude zakken zij wij dus.

 

Waarmee ik meteen tegen een andere verwachting oploop. Namelijk dat de verwachting is dat mensen echt langer leven. Tegen die tijd zijn de eiwitplakkers allang opgelost in de hersenen en hebben we geen last meer van alles onder de noemer Alzheimer. Dan blijft er een klein percentage over, voor de alcoholisten het syndroom van Korsakov, dat een grote vlucht gaat nemen onder de drankzuchtigen.

 

Ook de ziekte van Huntington niet te vergeten en vooral niet de hersenbloedingen die allerlei variaties in het geheugen creëren. Je moet de dag toch aangenaam doorbrengen met luchtige gedachtes om de zucht van de ledigheid te ontvluchten. De veranderingen treden nu al op. Ik ben nog van de generatie dat de ouderen een grote mogelijkheid hebben om geheugenstoornissen te krijgen.

 

Maar nu, als ik naar de jeugd kijk, dan denk ik wat een mazzel hebben die jonge mensen. Alles is mogelijk, toch klagen ze over de moeilijkheid dat kiezen ergens een onmogelijkheid is geworden. Lukt de ene studie niet dan volgen we een andere, experimenteren in relaties tot je 35 jaar. Tot die tijd is puberaal gedrag heel gewoon. In de weekends, hoeren, snoeren en taxi rijden, woorden die waarschijnlijk door de jongere niet meer begrepen worden. De experimenten wel.

 

Dan komen de dames op een gedenkwaardige leeftijd dat ook het soort, de mens, in stand gehouden moet worden. De man, tja die wordt toch als aanstaande vader geacht een relatie aan te gaan met de zwangere vrouw. Er worden dan zelfs ideeën ontwikkeld om te trouwen. Ook al zo ’n godvergeten instelling die alleen maar gecreëerd is om de staat te bevolken en de geloven sterker te maken, door enkelingen belangrijk gemaakt en door de gelovigen goed bevonden.

 

Opvoeden wordt overgelaten aan anderen want de 24-uurs economie verplicht de ouders samen te blijven werken. Natuurlijk speelt Rupsje Nooitgenoeg flink mee in het willen hebben van allerlei materiële hulpmiddelen. Mij niet gezien! Je leert ook jezelf aan te passen. Geen auto meer rijden, niet meer fietsen, daar je een gevaar voor de anderen bent op de weg.

 

Je leert dat er openbaar vervoer is en je leert dat er vertrek- en aankomsttijden zijn. En zelfs begrijp je dat je soms moet overstappen van de ene trein naar een andere. Je leert je aanpassen aan de individuele eenzaamheid van de mensen. Je ziet dat verliefden op hun telefoon met gebogen hoofden ingespannen kijken en met een vinger het schermpje aanraken om iets te vertellen of te vragen.

 

Je leert dat het aanspreken van mensen soms een angstige reactie oproept bij de ander, omdat ze verstoord worden in hun wereld, maar dan toch de bereidheid hebben om je te woord te staan en je helpen om de juiste weg te gaan. Want de TomTom zit ook in de telefoon. Kijk mijnheer hier zie je hoe je moet lopen. Ik knik dan, probeer de aanwijzingen te onthouden tot een paar straten verder. Soms heb ik een helder moment en onthoud ik de hele aanwijzing.


Ik beschouw het als selectieve domheid, anderen noemen het een beginnende Alzheimer. Die weten dan weer niet dat er vele soorten geheugenstoornissen zijn. Hoeft ook niet. Dat is voor de jeugd van latere zorg, maar het betreft wel ons. Ik weet niet of je er iets tegen kunt doen. Wel weet ik dat jezelf bezig houden, met activiteiten die je aangenaam vindt, waarschijnlijk wel helpt. In ieder geval geeft het een wellness feeling.

 

Elke achteruitgang die min of meer gerepareerd wordt met een hulpmiddel is een leugen. Het laat je denken dat je nog steeds een eersteklas automobiel bent. Maar het is als de auto die vele aanpassingen nodig heeft om te kunnen blijven rijden. Evenzoveel aanpassingen doet de mens om zijn schijnbare menswaardigheid te behouden. Een leugentje om bestwil? Ik dacht het niet.

 

Bril, kunstgebit, hoorapparaat, pacemaker, injecties om de motor draaiende te houden: het zijn lapmiddelen die gezondheidsfabrieken en de commercie en de chemische en farmaceutische industrie overeind houden. Ons ouderen als proefkonijnen gebruiken om zichzelf te verrijken. Ik geloof zelfs dat het niet meer op dieren uitgeprobeerd mag worden. Ja, de toekomst ziet er goed uit, het leven is niet zinnig, maar dan hoef je het nog niet onzinnig te vinden. Of is het ons brein die dat vertelt, voordat ik gedacht hebt, dat ik kan denken? Met de meeste hoogachting en op naar de honderd jaren. Ave.

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven