Henk zegt het - Puts

06 november 2022     Redactie Henk Kooij – Foto Alex De Vliegere

 

Puts, is een emmer aan een touw, waarmee water wordt geschept langs de boot om het dek schoon te maken. Het is een lekker werkje, zeker als de zon schijnt. Je staat daar als ketelbinkie de emmer aan een touw over boord te gooien, zo ver mogelijk van het schip vandaan. Dat is niet per se nodig, maar je vindt het toch leuk om dat te doen.

 

Trouwens, het is een magnifiek zicht als die emmer door de lucht zeilt. Om even later vol opgehesen te worden. En dan de beugel van de emmer in je hand, de andere hand onder de emmer en dan pleur je het water met een flinke boog over het dek. Dan pak je de dekzwabber en ga je daarmee over het dek heen en weer zwieren. Vervolgens wordt het hele gebeuren herhaald. Totdat de bootsman tegen je zegt: “Zo, ketelbinkie, stop daar maar mee, het dek is schoon genoeg. Ga nu maar voor de koffie zorgen.”

 

Zo ook, stond ik deze morgen (vele jaren later) als vrijwilliger aan de oever van de vijver water te putsen voor de rode beukenhaag die rondom de beweegtuin bij de Alexberg staat. Een inspannend karwei. Je moet eerst naar de oever naar de waterkant lopen. Schuin naar beneden. Dat is al een crime op zich.

 

Daar heb ik als voorbereiding en ook als voorzorg, aan de waterkant al een soort plateau gemaakt van graszoden die tussen de struiken van de rode beukenhaag vandaan zijn gehaald, om veilig te kunnen staan. Op die plek tussen de rode beukenhaag is het onkruid, maar bij de oever aan de vijver is het een nuttig hulpmiddel en geeft het zekerder ondergrond om te staan, om te putsen. Om daarna weer met een volle emmer naar boven te lopen en dan een tiental meter verder de emmer vol met vijverwater tussen de rode beukenhaag te gieten.

 

Zo gaat het tientallen keren. Het is vermoeiend werk. Het talud op en af. Je evenwicht bewaren en niet te veel water morsen. Steeds maar heen en weer en het enige leuke daaraan is, om die emmer aan een touw steeds opnieuw in het water te flikkeren. En dan met flinke halen de emmer naar de kant te halen. Het laatste stukje moet snel gebeuren, want de emmer moet rechtstandig uit het water gehaald worden. Dat kost veel kracht.

 

Zo gebeurt het dan dat ik bij de laatste haal om de emmer omhoog te halen mij verstap. En dan val ik languit in het riet. Het riet kan mij, met mijn gewicht niet droog houden dus ga ik letterlijk en figuurlijk nat. De eenden die in de buurt aan het zwemmen waren schrikken zich lam als er een groot donker gevederde eend uit het riet tevoorschijn komt. Al fladderend, vliegen kon je het niet noemen, schieten de eenden alle kanten op. Verbaasd nagekeken door een ganzenpaar met hun twee kinderen die helemaal niet in de gaten hadden wat er eigenlijk daar in het riet gebeurde.

 

Drijfnat, niet eens gevoeld of het water koud was. Waarschijnlijk niet, want toen ik uiteindelijk op walkant van de vijver stond voelde ik geen kou. Alleen een nat pak. Dat was het dan, gelukkig de laatste emmer die nodig was om de rode beukenhaag te voorzien van water.

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven