De toegangstoets is in de Office familie een echte must know. Alle opdrachten die op het lint staan, zijn daarmee binnen twee tot vier toetsaanslagen beschikbaar.
Zo werkt de toegangstoets
- Je activeert de toegangstoets door op Alt te klikken in je Office-applicatie. Laten we Word als voorbeeld nemen.
- Open een Word document en druk op de Alt-toets
- Je ziet dat achter alle tabbladen in het lint letters komen te staan.
Om naar het tabblad Invoegen te gaan klik je dus op de letter "N". Hoofdletter of kleine letter maakt niet uit.
Bij de verschillende groepen staan nu ook allemaal letters. Niet schrikken, want het is een beetje druk zo voor je ogen.
Hoe maak je hier nu handig gebruik van?
Ik gebruik in Word regelmatig velden. Die zitten nog een laag dieper bij de snelonderdelen (U).
Ook de opties van de snelonderdelen krijgen letters; de letter van een veld invoegen is de letter L.
Om snel een veld in te voegen gebruik je dus de toegangstoets: Alt + daarna typ je NUL. En dat is een stuk sneller dan met je muis dit pad volgen. Probeer het maar eens.
Wanneer gebruik je de toegangstoets?
1. Als er geen enkelvoudige sneltoets bij je bekend is.
In plaats van Ctrl + B kun je bijvoorbeeld ook de toegangstoets Alt + R + 1 gebruiken. Dit is echter een toetsaanslag meer en jij en ik zijn natuurlijk op zoek naar de snelste manier!
2. Als de functie wat dieper in de groep op het lint staat.
Het invoegen van een veld heeft -voor zover ik weet- geen sneltoets. De handeling gebruik ik regelmatig en is bovendien makkelijk te onthouden. Alt + nul is dus een prima voorbeeld.
3. Als je sporadisch een aantal handelingen achter elkaar moet herhalen.
Heb je een project waarin je een aantal handelingen achter elkaar moet herhalen, scheelt het mogelijk tijd om de toegangstoetsen in te zetten. Eventueel gecombineerd met sneltoetsen. Een macro schrijven kan natuurlijk ook, als je dat beheerst.
Wist je dat dit al de 25e tip was?
Volgende keer volgtde laatste sneltoets. Mis hem niet, want het is een knaller!